eigen oorspronkelijke mogelijkheden als denkend en scheppend individu. Ik geloof nooit dat Dubreuilh alias Sartre alias Simone de Beauvoir zich daarmee zoal politiek verantwoord, ook t.o.v. zijn/haar totale ‘existentiële’ besef verantwoord zal kunnen voelen.
Simone de Beauvoir is een zeer begaafd schrijfster, al mist ze dan een bepaalde geladenheid in haar romans, ook in Les Mandarins, waardoor hetgeen ze te zeggen heeft, hoe scherp en verhelderend ook geformuleerd, zich zelden artistiek kristalliseert rondom enkele welgekozen feiten; dat is o.a. één van de oorzaken dat deze roman 579 bladzijden telt en niet minder.
Door het verhaal over Henri Perron loopt een tweede verhaal waarin Dubreuilh's vrouw Anne als ik-figuur optreedt en bij monde van wie we over haar eigen liefdesbetrekkingen en die van de andere figuren veel belangwekkends en soms ook ontroerends vernemen. In 't algemeen missen we ook hier die bepaalde artistieke spanning die de mededeling noodzakelijk en uniek schijnt te maken. De figuren Nadine, de naoorlogse jeugd vertegenwoordigend die geen vaste morele criteria meer kent, en Paule, de vrouw die wanhopig tot in de waanzin het leed weigert dat haar overkomt doordat Henri Perron ophoudt haar te beminnen, zijn eerder vanuit een geschoold psychiatrisch inzicht dan vanuit de artistieke inleving geconcipieerd. Wat literatuur van evocatieve kracht genoemd kan worden zijn vele bladzijden die Anne's verhouding met Lewis beschrijven.
Maar al met al formuleert Les Mandarins zoveel problematiek van de naoorlogse tijd, ook buiten die van het politieke ‘engagement’ om, en gebeurt dat met zoveel ernst en