Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen(1968)–Anna Blaman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Concert Hoor die muziek - ik houd mijn ogen dicht en weet mijn handen leeg en uitgespreid het is of er een vreemde om zijn vreemde smarten schreit in mij - zijn tranen druipen langs mijn wit gezicht De dissonanten zijn meedogenloos, zij tasten in een leeg onopgelost verdriet - is er een lief, een dood gelaat gebleven, waarom het lijden weer ontwaakt in mij tot hevigheid alsof het nimmer waarlijk zweeg? Straks, als ik buiten sta, zal ik mij zo gedragen of mij dat half gestild verlangen en dat weer ontwaakte leed behoort - ik zoek een eens geliefd gelaat en weet - het is het beeld van onvervulde dromen en teruggestoten vragen [pagina 25] [p. 25] Zij kwam, verschrikt, uitdagend, onverwacht en wankelde mijn armen in en zag mij aan ik zag haar ogen vochtig, donker en verleidend staan in een vermoeid gezicht - zij bleef de ganse nacht en stamelde mij toe dat zij een offer bracht aan mijn verlangen - en brak in tranen uit en lachte schamper, roekeloos en luid - het was een vreemde trieste nacht Wij lagen samen - O mijn geliefde, zei ik zacht en was zo blij en moe alsof ik sterven zou ik huilde aan de borst van een beschonken vrouw en in de schoot van een absurde liefdenacht Vorige Volgende