Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen(1968)–Anna Blaman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Monoloog in de nacht Wij zijn, mijn lief, twee werelden zo ver uiteen als aarde en morgenster en zo tot eenheid omgedicht als twee profielen van een gezicht En samen zijn we van de kleine smarten tot in de zeldzame festijnen van ons beider leven wat valt er nog te geven? Jij kent als ik dat panische gevoel jezelf te zijn en tevens doel van de geliefde, even verwant als vreemd, een zee aan strand Vaak zijn wij één in brandingslust van een tezaambewoonde kust ook is er ebbe, een ver wijken, een machteloos vertwijfeld reiken Diep is de nacht. Ach waren wij haarzelve zodat wij konden uitwelven over elkander heel ons wezen - waren wij een en alleen en boven deze eenheid en alleenheid uit ons-beiden zodat wij zonder te schenden scheiden konden en zonder pijn alleen zijn - Vorige Volgende