Van goeden morgen tot slaap wel(1910)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] [pagina 5] [p. 5] Na het Bad. Broer trekt al vast zijn kousen aan, Want juf kamt Mientjes haar, Hij doet het liever maar alleen, Dan is hij eerder klaar. De beer, die al den heelen nacht Voor 't bedje heeft gestaan, Is blij dat hij zijn baas weer ziet En kijkt hem telkens aan. ‘Brrr, 't water was toch wel wat koud,’ Zucht broer, ‘ik tril er van, Zeg Mientje, denk je dat die pop Daar zoo maar tegen kan?’ Maar Mien vergeet haar kleine schat Nu op dit oogenblik; Straks krijgt ze in het blonde haar Een mooie zijden strik! En voor het eerst mag zij vandaag Haar rose jurkje aan, Och, Mientje zou het allerliefst Maar gauw naar buiten gaan. Vorige Volgende