Steven en zijn koetjes
(1923)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
En Steven, die vadertjes
koeien moest weiden,
Die zag ze daar loopen,
gearmd, met z'n beiden;
‘Hallo!’ - riep het ventje,
‘zeg, kun je niet wachten?’
De kleine prinsesjes
die knikten en lachten.
| |
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
Ze gingen wat zitten.
hij moest er eens weten.
Wie of ze toch waren
en hoe ze wel heetten:
En vader z'n koetjes? -
die liepen te dwalen.....
Ze waren verdwenen
en waar ze te halen?
| |
[pagina 8]
| |
[pagina 9]
| |
't Werd avond, wat moesten
de kleintjes beginnen?
Daar schoot de prinsesjes
wat prachtigs te binnen,
Ze gingen naar 't Hof
en met treurige snoetjes
Vertelden ze vader
't verhaal van de koetjes.
| |
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Direkt gaf de koning
z'n strenge bevelen,
Ze gingen aan 't zoeken
met 'k weet niet, hoevelen;
Bedienden, lakeien,
politie en honden
Die werden met spoed
naar de weiden gezonden.
| |
[pagina 12]
| |
Intusschen kreeg Steven,
uit zilveren schaaltjes.
Net als de prinsesjes,
de lekkerste maaltjes;
Hij hoefde zich nergens meer
mee te bemoeien,
Al kende ook niemand
z'n vadertje's koeien.
| |
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Hij sliep in een kamer
met goud langs de wanden,
En honderden lichtjes wel
zag hij er branden,
Wat fijn, op dien glimmenden
vloer wat te glijden,
Je kon er warempel wel
schaatsen op rijden.
| |
[pagina 15]
| |
[pagina 16]
| |
Al vroeg werd hij wakker, -
hij keek door de ruiten...
‘Boe!’ ... kijk eens, wat stonden
'n koetjes daarbuiten!
Niet een was er meer
in de weiden gebleven,
De koning had zelf
dat bevel ook gegeven.
| |
[pagina 17]
| |
[pagina 18]
| |
De lieve prinsesjes,
met zwierige rokjes,
En lachende snoetjes
en dansende lokjes,
Die namen hun vriendje
bij 't handje en zeiden:
‘Zeg Steven, wij zoeken ook mee,
met ons beiden.’
| |
[pagina 19]
| |
[pagina 20]
| |
Ze vonden de koetjes,
een bontje en zwartje,
Nu was 't ook weer rustig
in Steven z'n hartje,
Hij dankte den Koning,
die later aan Steven
Een mooie betrekking
aan 't Hof heeft gegeven.
| |
[pagina 21]
| |
|