52. De Vos en de Slak.
(Een Fabel.)
Oef, oef! wat is het warm!’ riep Reintje de vos, en ging languit in het gras liggen aan den zoom van een bosch. Daar zag hij een slak langs zich heenkruipen. ‘Nou, jij zult vandaag ook niet ver komen, als je zoo voortgaat,’ zei Reintje.
‘Misschien nog verder dan jij,’ antwoordde de slak.
‘Nu, ik moet nog naar de stad,’ hernam de vos. ‘Willen we eens wedden, wie er het eerst is?’
‘Top!’ zei de slak, en vervolgde haar weg met haar huisje op den rug.
De vos liet haar stilletjes vooruitgaan. ‘Ik kan haar gemakkelijk inhalen,’ dacht hij. ‘Van avond, als het wat koeler geworden is, ga ik op reis, nu zal ik eerst een poosje slapen.’ Daarop ging hij een paar stappen in het bosch terug, maakte een nest tusschen dorre bladeren en legde zich ter ruste. Zoodra de slak geritsel achter zich hoorde, hield zij stil. Zij draaide den