Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn vrouw. Groningen, 3 april 1795De week dat Bilderdijk nog in de provincie Holland mag blijven, loopt af op 31 maart. Op de avond van die dag vertrekt hij per schip naar Groningen. De route gaat via de Zuiderzee en de haven Lemmer in Zuid-Friesland.
Lieve dierbare! Na drie nachten slapeloos op het water gezworven te hebben, kom ik nu in de namiddag hier in Groningen vermoeid en afgetobd aan. Het logement waarin ik op aanbeveling van twee mensen die hier geboren zijn, mijn intrek wilde nemen, bestaat niet | |
[pagina 22]
| |
meer, maar is gesloten (misschien omdat het de naam van Het Parlement van Engeland voerde).Ga naar eind8 Dus heb ik het eerste het beste waar mijn kruier en wegwijzer mij heen wilde brengen, moeten proberen, en dit is De Nieuwe Munster, waar ik ternauwernood een vertrekje met twee bedsteden gekregen heb, zonder enige meubels behalve twee stoelen en een onbruikbare tafel. Ook moet ik mij laten welgevallen dat er 's nachts nóg iemand slapen zal en dan is er ook nog inkijk door vensters op het portaal. Ik moet dit verdragen om de nacht door te komen, want de stad is vol vreemdelingen, maar ik hoop morgen een ander verblijf te zoeken, waar ik tenminste in een hokje alleen kan zijn. Nu schrijf ik je deze, om je gerust te stellen met een bericht, hoe verschrikkelijk weinig ik ook meedeel. Mijn eerste werk morgenochtend zal nu zijn om bij de post te gaan horen of er brieven van je aangekomen zijn, zodat mijn bezorgdheid gestild wordt. Ik hoop ondertussen dat het goed gaat met jou en de beide kinderen, en dat de zaken zich schikken. Aan de Lemmer kwam ik (nu is het vrijdagavond) op donderdagochtend pas aan, en ik had niets dan tegenwind en vochtige mist; 't slechtste weer dat er voor mij uit te zoeken valt. Maar al die tegenslag werd enigszins getemperd doordat ik een brave, weldenkende schipper had, die mij alle mogelijke diensten, aandacht en vriendschap bewees. Zijn hele scheepsgezin deed mee, net als verschillende Friese reizigers, allemaal van dezelfde partij, die op de hoogte waren van mijn geval of er snel van op de hoogte kwamen. Aan de Lemmer zag ik toevallig onze schipper Maarten Johannesz, die wel eens bij ons gegeten heeft en ik trof overal dezelfde hoop en verwachting, vol afkeer van de nieuwigheden. Jammer genoeg was mijn reisgezel een Bataaf, in 1787 overgestapt in Franse dienst, met nog een Fransman.Ga naar eind9 Ze waren vriendelijk genoeg, maar vol Liberté et Égalité: ik heb echter niet veel met die lui hoeven disputeren toen ik liet weten in welke kwaliteit ik daar was. Zeeziek ben ik niet geweest, wat een geluk! Aan de Lemmer moest ik dadelijk weer inschepen naar hier, en omdat dat vaartuig onevenredig veel kleiner was en met volk opgepropt werd, geen kooien had en bijna open was, heb ik hevige kou geleden door de vrij strenge vorst van die nacht. Bovendien kon ik in die 32 à 33 uur ook geen ander eten dan heel slecht | |
[pagina 23]
| |
krentenbrood krijgen, nadat mijn Frans brood, dat ik uit de stad meegenomen had, opgegaan was. Wat was ik begonnen als ik in mijn ruime mantel geen extra dekking had gehad, die zowel voor kleding, bed als deken diende. Want een koudere nacht als deze laatste was, herinner ik me niet meegemaakt te hebben. Ik hoop maar dat je alle goede vrienden die mij opgebeurd hebben met hun afscheidsbrieven, alvast mijn dank betuigd hebt. Ik zal hun die met de volgende post zelf herhalen, maar nu vallen de ogen mij dicht van vermoeidheid. Ook is mijn hoofd helemaal verward en van streek. Daarom vaarwel, kus onze lieve kinderen, en hou van mij, zoals ik van jou hou, alleen van jou, onveranderlijk, en totaal! God is met je! met ons allebei! en zal ons snel herenigen, gelukkiger dan ooit! Vaar- nogmaals, vaarwel! De jouwe
Groningen, de 3de april 1795.
p.s. Ik ben naar de post geweest, maar er zijn geen brieven voor mij. Bezorg me toch het paspoort, vooral van de Deense minister: of laat mij weten, dat ik het niet krijgen kan, en waarom? - Vaarwel, lieve! |
|