160. Bilderdijk aan Cath. Reb. Woesthoven, 2 Sept. 1784.
Hs. U.B. Amsterdam; B. 10z. Gedrukt: Eerste Huwelijk, 87-89.
Collatie: |
p. 89, r. 19 v.b. lees: in den stroom harer meêwarige opwellingen. |
|
Annotatie: |
p. 87: |
[van een andere hand] zie voorg. br. Over Johannes B.: p. 91 n. en M.-I, 174. |
p. 88: |
[Odilde] evenals Olinde (in B.'s eerste romance, de Olinde en Theodoor) wel een variant of variatie op Adelhilde (in Adelhilde aan Eerrijk, zie p. 161 o.). De dichtbundel Odilde bevat gedichten, eerst in losse blaadjes gedrukt voor familie en vrienden, in tijd van ontstaan, 1784-1794, daarna wederrechtelijk, buiten den in ballingschap verkerenden dichter om, uitgegeven in 1800; alleen daarom met zijn toestemming door anderen uitgever gedrukt in 1808 (Bloeml.-Wille, 17, 23). In de brieven komt de naam O. slechts sporadisch voor (E.H., 61, 132, 150). |
p. 89: |
[harer meêwarige opwellingen] de deelnemende opwellingen van haar borst. - [Vinkeveen] aldaar was B.'s vriend J.W. Bussingh predikant. B. gaat daar heen van Vrijdag 3 op Zaterdag 4 Sept. en reist vandaar over A'dam weer terug. Op 4 September promoveerde te Leiden, op stellingen, B.'s andere academievriend J.W. Kumpel. B. is daar dus niet geweest. Ook van een aanwezig zijn bij een feestelijke viering op mogelijk lateren datum, blijkt niets. Vader Bilderdijk heeft een lofdicht op de stellingen vervaardigd. (A'd. Bijzh. III, 25). De Mikker boezemde een vers van 72 regels uit, met herinnering aan hun uit jeugdige kameraadschap voortgekomen halsvriendschap in den strijd tegen ‘verpeste dwinglandij’ (Mengelpoëzije, 53-57). Blijkbaar is er een tijdelijke verwijdering geweest tussen B. en Kumpel, en is K. ‘de Exter’ uit de brn. 114 en 169: E.H. 50, 98. |