Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794

(1955)–Willem Bilderdijk– rechtenstatus

Hs. U.B. Amsterdam; B. 10w. Gedrukt: Eerste Huwelijk, 81-84.

Collatie:	P. 82 r. 10 v.b. achter hoe zouden we te lezen: ons over. R. 15 v.b. achter Niets is er: dat mij aandoet. P. 83 r. 9 v.b. vóór al zijn' lust: al zijn heil.

Annotatie:
p. 82:	[binnen acht dagen... te rug] B. gaat weer voor een week naar A'dam. De vorige keer van 14-19 Aug.; nu van 29 Aug.-5 Sept.
p. 83:	[Afgoderij door mijn liefde, enz.] vgl. voor dit opmerkelijke, zeldzame en vluchtige moment van bezinning en waarschuwing, vanuit zijn godsdienstig weten en gevoelen, in de corresp. en den omgang met Cath. Reb. de noot bij br. 138 (E.H. 66) op p. 175. - [Breng gij mij te rug van dien afgrond] vgl. de tekening van de onstuimige liefdedrift van C.R. in het eerste gedicht van de Bloemtjens: Adelhilde aan Eerrijk (vgl. p. 161 o.). - [de Godheid-zelve in U doet zien, enz.] vgl. ann. brn. 138 en 152: pp. 175, 179. - [kunt gij (mijn hart) nog tergen enz.] vgl. brn. 149 en 154 (E.H. 73/74, 80).