152. Bilderdijk aan Cath. Reb. Woesthoven, 23 Aug. 1784.
Hs. U.B. Amsterdam; B. 10t. Gedrukt: Eerste Huwelijk, 76-77.
Collatie: |
P. 76, r. 2 v.o. nutteloos, lees: rustloos. P. 77, r. 11 v.b. kan, lees: zou. |
|
Annotatie: |
p. 77: |
[wiens beeld Gij zijt, enz.] de mens is naar Gods beeld geschapen, weet B., en is ook na den zondeval nog psychisch en somatisch Zijn beelddrager. Bij de toepassing op Cath. Reb., in wie hij de hoogste menselijke voortreffelijkheden aanwezig ziet, moge hij schijnen, de individuen in hogeren graad beelddrager Gods te vinden, naarmate zij schoner lichaam en nobeler karakter vertonen, hij zegt niet meer dan dit: die hoogste graad van schoonheid en deugd, dien ik in U zie, boezemt mij eerbied en liefde in, en dit dringt mij tot aanbidding van den Algoede (uw Schepper en nu ook uw behouder uit ziekte). |