111. Bilderdijk aan Cath. Reb. Woesthoven, 3 Juni 1784.
Hs. U.B. Amsterdam; B. 9l. Gedrukt: Eerste Huwelijk, 46-47.
p. 46: |
[Onbegrijpbare!] in den brief stelt hij haar immers voor als vrij van alle menselijke zwakheden, een heilige. - [de brief, dien gij mij te rug zendt] br. 110. - [een gedeelte daar van] n.l. de liefdesuitingen daarin. - [een hartoverstelpend blijk enz.] zij zal er een teder briefje neergelegd hebben, wellicht mede nog inhoudend: ik raak niets aan (‘kieschheid’). Het komen in het kabinetje kon B. ten slotte nog voor ‘schuldeloos grapje’ houden (zie voorg. br.); alleen wegneming van enig (geheim te houden, politiek) stuk had hij gevreesd. |