Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd109. Bilderdijk aan W.P. Turnbull de Mikker, 31 Mei 1784.Hs. U.B. Amsterdam; E 16b.
Amice! Ik wensch u wel hartelijk geluk met de gedane plechtige offerte van uw dichtstukjen aan Z.D.H.Ga naar voetnoot1) en verheug mij in de ontmoeting van Mejuffrouwe W.Ga naar voetnoot2) met dien besten vorst. - Vaar voort mij de opgekomen brieven en tijdingenGa naar voetnoot3) hier te zenden tot Woens- | |
[pagina 167]
| |
dag: dat is, dat ik ze 's Woensdaags ochtends ontfange: want, op dien middagGa naar voetnoot4) wilde ik gaarne retourneeren. Zeg aan den RidderGa naar voetnoot5), zo hij nog tot Uwent is, dat hier Meisjens zijn, die zich zeer over hem beklagen: dat ik kennis van die klachten genomen heb en ze ten grooten deele zeer gefundeerd gevonden: dat zijn physiognomische gissingen, die hij bij die dames gewaagd heeft, insolent en onvergeeflijk zijn: met één woord, dat hij er mij reden van zal moeten geven, indien hij niet spoedig de gunst van de schoonen herwint. Groet hem niet te min mijnentwege op 't hartlijkst, doch ongeprejudicieert het recht van de Jufferschap, om hem tot reparatie te constringeeren. Vaar wel, en geloof, dat mij de ziekte van Uw vrouw ter harte gaat. Dat zij spoedig betere! Dit is mijn oprechte wensch. U altijd toegenegen Bk. Amstm 31 May 1784. adres als bij br. 107. |
|