63. Bilderdijk aan Bestuurderen van S.S.G. te Rotterdam, 22 Aug. 1781.
Klad Mij. Ltk. cod. 1607. Gedrukt in Brieven, uitg. Messchert, I, 96-98.
Collatie: |
Aan het eind v.d. br. doorgeslagen: Ik heb de eer met alle achting... |
|
Annotatie: |
p. 96: |
[een geacht Dichtgenootschap] het Leidse, zie verder. Vgl. Voorb. T. en Dl. Oef. III. p. 97. - ... [n (1)] aanvullen: in zijn L'art de la guerre, Poème en 6 Chants (Poësies diverses ou Oeuvres du philosophe de Sans-souci, nouvelle ed. ... 1760, T. II, 97-163). |
p. 98: |
[De kring der dichteren... (vraagt),... nader bepaling] B. vraagt dit kennelijk voor zijn vrienden J.H. van der Palm en J.W. Bussingh, beiden Rotterdammers en lid van S.S.G. Op de jaarverg. werden dezen bekroond, resp. met goud en zilver. Hun verzen gedrukt in de Dichtöeffen., V 80-110-145. Van der Palm, zoon van den kostschoolhouder en medeoprichter, en bestuurder, van het R'd. Gen., is later gehuwd met een zuster van J.W. Bussingh. Een vers van B. in v.d. P.'s vriendenrol, uit dit jaar 1781, DW. X 259. Vader K. v.d. Palm was innig bevriend met Ds. Bussingh Sr. Op de jaarverg. van 1782, als de eerpenningen worden uitgereikt, herdenkt hij in zijn toespraak tot J.W.B. diens inmiddels overleden Vader als ‘een Boetgezant, wiens wedergae Een eeuw schaars worden ziet,... Dien 'k als mijn Jonathan, die mij beminde als broeder’ (Dichtöeffen. V, 313). |