Geschiedenis des vaderlands. Deel 13 (tweede stuk)

R.

Raad van Holland (in 1304, is niet de Staten van Holland) III. 49 v.

Raad der beroerten, Bloedraad. VI. 84-96, 241.

Raad van State (Spaansche). VI. 194 v. - Nederlandsche, na het vermoorden van Willem I. VII. 85. - Onder Leycester. 103. - Na zijn vertrek. 155. - Na den dood van Willem II. IX. 43.

[p. 156]

Raad van Regeering onder Willem I. VII. 76 v. - Op te rigten na het Bestand. VIII. 5, 6.

Raad (Hooge). Z. op H.

Raadpensionarisschap in Holland. XII. 80 v.

Raap (D.) te Amsterdam. XI. 124 (enz.) - 147, 178.

Rabenhaupt. Herneemt Koeverden. X. 44. (Z. ook Groningen.)

Radbout (I), Koning der Friesen. I. 71-75. - Niet gedoopt door Wolfram. 78. XIII. 108. - Zijn zoon Poppo. Z. boven.

Radboud II, Koning der Friesen. Afvallig, 783. I. 84. - Van hem de scheldnaam rabout. ald.

Radegys (Koning) te Warmond(?). I. 62. Z. Hermegiskel.

Raganfrid, Frankisch Rijkshofmeester. I. 73 v.

Raginer, Hertog. Versterkt Durfos. II. 9.

Ragotski, Opstandeling in Hongarijen. XI. 24.

Ralda (Fokke), Friesch Raadsheer. VII. 37.

Ramillies (Veldslag van), 1709. XI. 28.

Rang. Z. Préséance.

Rastad (Vrede van), in 1714. XI. 48.

Raucoux (Slag bij), 1746. XI. 108.

Recht, Macht. XII. 35.

Recht van tegenstand tegen Filip II. VIII. 250-253.

Rechteren (Graaf van), te Utrecht, 1712. XI. 43.

Rechters van Oldenbarneveld. VIII. 81. - Gruwlijk belasterd. 87 v.

Rechtsgeleerdheid, noodzaaklijk in de Geschiedkunde. I. 2-6. II. 40.

Rechtsgeleerde. Z. Advocaat.

Reciteren. XI. 173.

Recommandatiën (Stadhouderlijke). XII. 28, 33, 52.

Redans (krijgsterm). XI. 240.

Rederijkers. Verboden door Filip van Bourgondië. IV. 152. - Beschimpen de geestelijkheid onder Filip II. VI. 27 v. - Schrijvers over hen. 227.

Reede (van), Nederlandsch afgevaardigde te Munster; wil den vrede niet teekenen, VIII. 165, 167.

[p. 157]

Reékalf, Burgemeester te Amsterdam. Weerstaat de Herdoopers. V. 87.

Reformatie. Z. Hervorming.

Réfugiés uit Frankrijk na Lodewijks XIV herroepen van het edict van Nantes. X. 125, 186. - Over hun invloed op Nederland. 264 v. XI. 145.

Regenten (Hollandsche), steeds hellende naar het Pelagianismus, en waarom. VIII. 12, 14. Z. voorts X. 2 v., 32 v., 109 v., 150 v. XI. 111. (Z. ook Aristocraten.)

Regnard, Fransch dichter. Z. op Onadin en Honslaarsdijk.

Reide (Huis te). Lafhartig overgegeven aan de Spaanschen in 1621. VIII. 96.

Reiffenberg (Baron de). Gegispt door Bilderdijk. V. 194.

Reigersberg (Nicolaas), Zwager van H. de Groot. Begunstigd onder Frederik Hendrik. VIII. 103.

Reigersman, Thesaurier van Prins Willem V. XII. 50, 69, 180.

Reineke de Vos. II. 320. IV. 372. (H.W.T.)

Reingoud, Gunsteling van Leycester. VII. 101, en Thesaurier. 116. - Aangeklaagd door de Staten van Holland (enz.) 119-121.

Reinier, René. Beduiding dier beide namen. IV. 366.

Reinoud I, Graaf van Gelderland. II. 201. - Raakt gevangen in den slag van Woeringen, 1288. 202. VII. 245. - Sterft, 1236. ald.

Reinoud II, Graaf, en later Hertog, van Gelderland. III. 201. VII. 245. - Sterft, 1371. ald.

Reinoud IV, Hertog van Gelder. Beoorloogt Graaf Willem VI. IV. 31-33. - Maakt vrede, 1412. 39, 41. - Verbindt zich met Jan van Beieren. 71.

Rekken (d.i. gaan). I. 344.

Religie-twist, voorlooper van burgerlijke beroerte. X. 333.

Religions-vrede (Ontwerp van). VI. 212.

Reliquiën (Sandhorster). Z. op S.

Remonstrantsche twisten. VIII. 7 v. - De Remonstrantie. 17, 204. - Leer der Remonstranten. 68 v., 177-188. - Hun gedrag bij de Synode te Dordrecht. 75-79. - Hunne behandeling, en gedrag daarna; onder Maurits. 88-91, 94. -

[p. 158]

onder Frederik Hendrik. 103 v., 109-111, 114-121. - Hun kerkgebouw en Seminarium te Amsterdam. 120. - Hunne zachtmoedigheid. 189-195. - Hun beklag (beantwoord). 207 v. Z. nog 249 (266 v. H.W.T.) - Remonstrantsche schimpliedjes op Prins Maurits. IX. 317 v.

Rendorp, Burgemeester van Amsterdam. In ongunst bij de patriotten. XII. 65. - Zijn huis geplunderd. 74.

René, Hertog van Lotharingen. Tegenstander van Karel den Stoute. IV. 210 v. - Over zijn naam. Z. 366.

René van Chalons, Prins van Oranje. Z. Oranje.

Renesse (Jan van), Voornaam Zeeuwsch Edele onder Floris V. Komt telkens voor D. II. bl. 205-283 v. - Door Wolfert van Borselen uit het land gedreven. 283. - Komt daarna terug. 300. - Wil zich zuiveren bij Graaf Jan II, wegens den moord van Floris V, doch wordt niet aangenomen. Voegt zich nu bij de Borselens en brengt Zeeland tegen Jan II in opstand, en geeft bijstand aan de Vlamingen, en oorloogt in Holland en Utrecht, doch sneuvelt eindelijk in de Lek. III. 14-62.

Rennenberg (Graaf van), Stadhouder van Friesland, Groningen enz. VI. 217. VII. 17 v. - Zijn afval tot de Spaansche zijde. ald. - Krijgsbedrijven van en tegen hem. 24, 25. - Hij sterft, 1581. 25.

Repelaer (O.). Afgezonden naar Parijs om peis te maken. XII. 183, 262 v. - Gevangen gezet in 1795. 102. - Tracht eene contra-revolutie te bewerken. 183. - Merkwaardige instructie daartoe. ald.

Represaille. IX. 56. Z. Retorsie.

Republiek (Nederlandsche). Z. Unie.

Republiek (In eene) kan de braafste staatsman het slachtoffer worden zijner braafheid. VIII. 87.

Republicanismus (oproerzucht). VIII. 147, 157. - Daartegen. Z. XIII. 100 aant.

Requesens, Opvolger van Alva als Stadhouder van Filip II in de Nederlanden. Goed krijgsman en zeeman en staatsman, maakt het den Staatschen benauwd. VI. 165-172, 184-193. - doch sterft, 1576. 194.

Reresby (Joh.), onder Jacobus II van Engeland. Zijne Mémoires. Z.X. 290, 336.

Rescinderen, verschilt van onwettig verklaren. IX. 255.

[p. 159]

‘Resolutien van Consideratie ten tijde van Joh. de Witt.’ IX. 295.

Retorsie. Z. Represaille. Doch z. ook IX. 203.

Retraite der Engelsche armee uit de Nederlanden na den veldtocht van 1794. XII. 100, en de geschriften van den Engelschen Capitein Jones en den Hessischen Officier von Porbeck daarover. 247-253.

Réunion (Chambres de). Z. op C.

Reuzin (Zeeuwsche). III. 105. - en Hollandsche Reus. ald.

Revolutie (Nederlandsche) van 1787. XII. 77 v. - Van 1795. XII. 101 v., 254 v. - Van November 1813. XII. 125, 355-366. - Revolutie der Oostenrijksche Nederlanden. Z. op O. - Fransche revolutie. XII. 88-95.

Rheede (van), Afgevaardigde te Munster. Z. boven, op Reede.

Rheede (van), door Willem III afgevaardigd aan Koning Karel II, 1672. IX. 217.

Rhetorica (Grond van alle). VI. 222.

Rhoon. Z. Bentinck.

Rhyn (rivier). I. 23, 36, 47. - In de 9^de eeuw. I. 151, 152, 199 v. - Deszelfs loop geregeld. I. 55.

Rhynland (Hoogheemraadschap van), ingesteld door Graaf (Koning) Willem II. II. 154.

Rhynsburg, Klooster aldaar gesticht door Graaf Diederik II. II. 2. - (Hersticht) door Petronella, moeder van Gr. Diederik VI. II. 44. - Opgedragen aan den H. Petrus. ald.

Rhynverbond, 1806. XII. 115.

Richard, Keizer. 1257. II. 164. - Koning van Engeland, vertrekt derwaard. 166.

Richard II, Koning van Engeland. Verbindt zich met Hertog Willem van Gelderland. III. 214.

Richard III, Koning van Engeland. Onttroond, 1485. IV. 280.

Richardot, President te Brussel (en Filip Willem van Oranje). VI. 255.

Richelieu (Kardinaal), en zijne betrekking tot Nederland. VIII. 129, 147, 151. Z. ook 241. - Sterft, 1642. 150.

Richelieu. (Hertog van). Doet den slag van Fontenoi winnen. XI. 104.

Richters bij de Israëliten. IX. 40.

[p. 160]

Richilde, Weduwe van Graaf Boudewijn V van Vlaanderen. De voogdij aan haar betwist, en zij met hare kinderen verdreven, door Robert den Fries. II. 28-31.

Ridder, miles. I. 328. - Meer dan een Edelman. ald. - Ridderslaan. II. 342. - Ridderplicht. II. 191. (Z. nog Chevalier, Ridderschap. I. 143.)

Ridderorde van S^t. Jacob. Z. op J.

Ridders van 't Heelal. XI. 139, 172.

Riemerswale, stad in Zuid-Beveland, later weggespoeld. III. 26.

Riemerswale (Willem of Hollander van), Maarschalk van Zeeland, onder Graaf Jan II. III. 16, 32.

Ripperda. Verdedigt Haarlem tegen Alva. VI. 155.

Ripperda, Nederlander. Spaansch Staatsminister, 1725. XI. 65 v.

Ripuarië. I. 59.

Robert (de Fries), zoon van Graaf Boudewijn van Vlaanderen. II. 17, 27, 321. - Trouwt Geertruida van Saxen, weduwe van Graaf Floris van Holland. 27. - Wordt uit Holland verdreven. 29. - Wordt Graaf van Vlaanderen. 30. - Komt Graaf Diederik V te hulp. 32. - Zijne dochter Adela wordt Koningin van Denemarken. ald.

Robert III, Graaf van Vlaanderen, 1304. III. 75, 77-81.

Robert (Prins), Engelsch Admiraal, 1666. IX. 167.

Robertson, Geschiedschrijver. Partijdig tegen Karel V. V. 180

(Robles). Z. Billy.

Robol, Watergeus. VI. 127.

Rochelle, mede geblokkeerd door Nederlandsche schepen! VIII. 105 v.

Rochus Meeuwissen in den Briel, 1572. VI. 128.

Roda, Spaansch Lid van den Raad van State. VI. 195.

Roelanden of Rolanden. XIII. 109. - Roeland te Gent. IV. 156, 357.

Roëll (W.F.), Minister van Koning Lodewijk. Zijn verslag over zijn verblijf te Parijs met dien Koning in 1809, 1810. XII. 343, 347 v.

Roggius, rechtzinnig Predikant te Hoorn. Afgezet. VIII. 109.

[p. 161]

Rois fainéans. I. 73.

Rollo, Deensch vorst. Valt uit Engeland in de Nederlanden en in Frankrijk, en krijgt van Koning Karel den Eenvoudige diens dochter ten huwlijk en eene landstreek (Normandye) tot leen. I. 156 v.

Rome. I. 94 v. - Ingenomen door het leger van Karel V, 1527. V. 56.

Romeinen (Oude). Hun tyrannike- en slavengeest. I. 126 v.

Romeinsch Recht in het Westen. I. 133. II. 13, 69, 236. V. 124. VI. 51.

Romeinen (Koning der). Z. Roomsch-Koning, en Keizer.

Romer- of Roomsche-maanden. IV. 51, [344].

Romeinsche Republiek. XII. 107.

Romero, Spaansch bevelhebber in de Nederlanden. Neemt Naarden in, 1573. VI. 155 v.

Romont (Graaf van) in Vlaanderen, tegen Maximiliaan. IV. 248.

Roomschgezinden in den opstand tegen Spanje. VII. 15, 18, 165. Z. Gespanjoliseerden.

Roomsch-Koning, Koning der Romeinen. I. 334 v. Z. Keizer.

Roorda, in Friesland (tegen Willem Lodewijk). VII. 199.

Roover. Z. Brigand.

Roruk, Deensch vorst, zoon van Heriold. I. 101, 148-156, 162.

Rossi. Geprezen. XII. 143.

Rossum (Maarten van), Krijgsoverste van Karel van Gelre. V. 58-61. - en van Willem van Gulik. 128-131. - en van Karel V. 140.

Rotgans (L.), Dichter. X. 290 v.

Rotterdam. Overrompeld door Bossu. VI. 130. - Remonstrantsche twisten aldaar. VIII. 19 v., 27, 206. - Willem III tot Stadhouder uitgeroepen. IX. 228 v. X. 9 v., 13 enz. - De Regeering veranderd. X. 33. - Oproer aldaar in 1690. X. 345 v. - Ongeregeldheid in 1748. XI. 124, 152. - in 1785. XII. 59-63, 174-179.

Rousset de missy (J.), Oranjegezind schrijver, onder Prins Willem IV. XI. 114. XII. 149.

Rovenius(Phil.), Pausselijk Vicaris in de Nederlanden. VIII. 235.

Rudolf, Burggraaf van Koeverden, 1226. II. 120 v.

[p. 162]

Rudolf, Keizer, 1267. II. 161. - Zijne gezindheid jegens Floris V. 190, 206 v., 209, 219.

Rudolf van Diepenhout, Bisschop van Utrecht, 1423. IV. 109, 112, 153. - Sterft. 165.

Rudolf II, Keizer. Tracht de zaken in de Nederlanden bij te leggen. VI. 201.

Rudze, Luthersch Predikant te Woerden. Predikt tegen het afzweeren van Filip II. VII. 37.

Ruichaver (Hopman). Sneuvelt voor Amsterdam. VI. 207.

Ruil (Alb.) (of Ruyl), Pensionaris van Haarlem. Loevesteiner. IX. 16, 33, 81.

Russen in Noord-Holland in 1799. XII. 208.

Russische veldtocht van Napoleon, 1811. XII. 121, 122.

Russel, Engelsch Admiraal. Verslaat de Fransche vloot, 1692. X. 164.

Rutgersius (Janus), geleerd Dortenaar. XIII. 209.

Ruwaard, d.i. Regent. IV. 98-101.

Ruyter (Herman de) op Loevestein in 1570. VI. 120, 262.

Ruyter (M. de). Zijne krijgsdaden. Z. IX. 55 v., 99, 143, 149-157, 167 v., 177-180, 215. X. 9, 35, 36, 49 v., 58, 63 v. - Sneuvelt, 1676. 64.

Ruyven (van), Schout te Haarlem. Vermoord door het Kaas- en Broodsvolk, 1492. IV. 299.

Ryk (de). VI. 126, 131, 133, 161, 168, 307.

Rijksdagen. Gehouden te Frankfort, 1519. V. 19 v. - Te Worms, 1521. 31. - Te Spiers, 1526. 53, 77. - Te Neurenberg, 1524. 77. - Wederom te Spiers, 1529. 78. - Te Augsburg, 1530. 75 v., 186. - Te Regensburg, 1531. - Te Neurenberg, 1532. 118, 186. - Te Spiers, 1544. 187. - Te Worms, 1545. 143. - Te Regensburg, 1546. 143, 187. - Te Augsburg, 1547. 150. - en in 1548. 151. - Te Worms, 1578. VI. 209.

Rijks-Hofmeesters (Frankische). I. 68-78.

Rijks-Steden. IV. 171 v.

Rijswijk (Huis te) of van Nieuwburg. Gesticht door Frederik Hendrik. X. 181. - Het slopen er van beklaagd door B. VIII. 193.

Rijswijk (Vrede van). X. 179-188. - Clausule van het vierde artikel van dat tractaat. X. 186, 187, 278.