| |
F.
Fabrieken. Gelaakt door B. X. 265. |
Fac-simile. VII. 223. |
Factiën, factie-regeering, factie-hoofd, factiezucht. Zie VII. 86, 261. VIII. 125, 171. X. 32, 109 v. XII. 185 v. |
Facto et jure. X. 147, 200. |
| |
| |
Fagel (G.), Griffier der Staten-Generaal, weigert een laaghartig besluit te teekenen, 1672. IX. 219. - Wordt Raadpensionaris. X. 32 (244). - Frankrijk wil hem omkoopen. 91. - Blijft getrouw aan Willem III. 102. - Wil geen deel hebben in de onderhandelingen tot het bestand met Frankrijk in 1684. 107. - Over een brief van Willem III en Maria aan Jacobus II door hem opgesteld. 129. - De Fransche partij woelt tegen hem, doch vergeefs. 129 v. - Hij sterft, 1688.147. Z. ook IX. 326. |
Fagel, Hollandsch Generaal in Spanje. XI. 27. |
Fagel, Griffier van H.H.M. XII. 81, 224. |
Fagel, zijn kleinzoon, ook Griffier. XII. 81 (87), 224. |
Falen (landstreek). I. 293. XIII. 108. (Oost- en Westfalen.) XII. 117. |
Familie-raden. III. 298, 321. |
Familie-regeeringen. Z. Aristocratie. |
Familie-verdrag tusschen Frankrijk en Spanje. XII. 18. |
Faramond (Warman?), Koning der Franken. I. 46. |
Farnese (Alexander). Z. Parma. |
Fatalismus. VIII. 9. |
Fawkes (Guy), van 't Buskruid-verraad. X. 84. |
La Fayette. Z. op L. |
Feder, Hoogleeraar te Göttingen, Illuminaat. III. 316, 320. |
Federalismus. VIII. 281 v. Z. Centralisatie. |
Fee, feo. I. 302. Z. Feudum. |
Feestdagen (Kerklijke) afgeschaft door de Hervormden. VI.171. |
Feith, Dichter, bekroond 1781. V. 170. |
Felix V, Paus. IV. 112. |
Fellenberg, Zwitsersch landbouw- en opvoedkundige, afstammeling van onze Trompen. X. 333. |
Felonie (in 't Leen). I. 307 v. |
Ferdinand en Isabella van Spanje. Gezantschap aan hen van Maximiliaan. IV. 271. - Zij ontfangen met vreugde hun schoonzoon Filip den Schoone. IV. 322. - Isabella sterft. 324. - Verhouding van Filip met Koning Ferdinand. 325, 333, 369 v. V. 4. - Ferdinand sterft, 1516. 13. Z. ook 209, 222-228, 241. |
| |
| |
Ferdinand, Broeder van Karel V, geb. 1503. IV. 323. - Trouwt eene Prinses van Hongarijen en Bohemen, (1521). V. 12, 31. - Karel V schenkt hem Oostenrijk. ald. - Maakt hem Rijks-stedehouder in Duitschland, 1522. 33. - Wordt Koning van Bohemen en Hongarijen, 1526. 53. - Wordt Roomsch Koning. 80. Z. voorts 113, 143, 146, 150. - Hij wordt Keizer (als Ferdinand I), 1556. 170. - Sterft, 1564. VI. 71. |
Ferdinand III, Keizer. Overlijdt, 1657. IX. 115. |
Ferdinand, Hertog van Kalabrie. Z. op K. |
Ferdinand van Oostenrijk, ‘de Kardinaal Infant’; Landvoogd in de Nederlanden voor zijn broeder Koning Filip III van Spanje; komt herwaard over, 1634. VIII. 131. - Vecht voorspoedig tegen de Franschen, 132, 135. - Sterft, 1641. 147. - Zijn lof. 240. X. 315. |
Ferdinand VI, Koning van Spanje, 1747. XI. 108. |
Fernambuk. VIII. 129. Z. Brasil. |
Fessler (Duitsch geleerde en Vrijmetselaar). III. 314. |
Feudum, Feodum. (Z. ook Leen). I. 302 (enz.). |
Feuda advocatiae. I. 326. - aperturae. II. 46, 323. - capitalia, regalia. I. 320 v. - cavenae. I. 324, II. 116. XIII. 116. - data, oblata, pignoratitia, oppignorata. I. 313, 331. - equestria, militaria, nobilia, rustica. I. 327. - esculentorum. I. 324. II. 116, - franca. I. 329. - officiorum. I. 325 v. - pecuniaria I. 324. - solaria. I. 329. |
Feudalismus, gevaarlijk. II. 324-326. |
Fiacre (naamsoorsprong). XI. 278. |
Fides. I. 302. |
Filibert, Hertog van Savoien, algemeen Stadhouder in Nederland, onder Filip II, 1555. VI. 7. |
Filip, Graaf van Vlaanderen, beoorloogt Graaf Floris III. II. 51, 58-60. |
Filip van Zwaben, Keizer, 1197. II. 70. - erkent Leenrecht van Graaf Willem I, 1204. 98. - Sterft, 1208. 107. |
Filip, Graaf van Namen. II. 93 v. - Neemt het op voor den Graaf van Loon en vrouwe. Ada. 99, 103 v. |
Filip IV (de Schoone), Koning van Frankrijk. Graaf Floris V verbindt zich met hem, 1296. II.228 (enz.). (Z.Floris V.) - Vervolgt de Tempelieren. III. 242. |
| |
| |
Filip V (de Lapge), Koning van Frankrijk, 1346. III. 80 v. |
Filip VI. - Zijne betrekking met Graaf Willem III. III. 97, 101 v. |
Filip van Bourgondië (de Stoute), ook Graaf van Vlaanderen, 1384. III. 213. |
Filip van Bourgondië (de Goede). Als Erfprins scheidsman tusschen Jan van Beieren, Jan van Brabant en Vrouw Jacoba, (1419). IV. 67 v. - Verzet zich tegen Jacoba's huwlijk met Glocester. 90-94. - Aanvaardt, na den dood van Jan van Beieren, het bewind dezer landen, met welk recht? 97 v. - en wordt als zoodanig erkend, 98 v. - te recht de Goede genaamd, 103, 183 v. - Overwint Jacoba van Beieren, die hem de regeering afstaat, 107-109. - Hij oorloogt in Utrecht. 111. - Zijn edel gedrag omtrent Jacoba en Frank van Borselen. 117-121. - Moordaanslag tegen hem. 121 v. - Zijne rechtsgedingen. 122 v. - Hij wordt Graaf dezer landen door Jacoba's afstand. 118, 124. - maar is dit genoeg voor zijn recht? 124-128. - Zijne landen en macht. 128 v. - Zijne (eerste) gemalin, Michelle van Frankrijk. 129. - sterft. 130. - Moord van zijn vader. ald. - Zijne tweede Gemalin, Bonne. 130. - Zijne derde gemalin, Isabelle (of Elisabeth) van Portugal. 118, 131. - Pracht van die bruiloft. 131 v. - Hij is gemengd in de Fransche zaken en Engelsche oorlogen; valt de Engelschen af, laat zich verzoenen over den moord zijns vaders en koopt zijn vijand vrij uit de gevangenis. 129-139. - Vijandlijkheid van de Engelschen tegen hem en zijne landzaten. 139-144. - Heeft last van binnenlandsche onlusten en is te Brugge in lijfsgevaar, 140-144. - Ontfangt de beleening zijner landen van den Keizer. 147. - Hollandsche (Hoeksche) onlusten, welke hij zelf moet komen stillen. 148-152. - Nieuwe onlusten in Vlaanderen. 154-161. - waarbij een natuurlijke zoon van hem sneuvelt. 157. - Wil een kruistocht doen tegen de Turken ‘en in tweegevecht treden met hun' Koning.’ 162 v., 178 v. - Stelt zijn zoon Karel tot Stadhouder aan. 164. - Komt weer in Holland om de Utrechtsche onlusten. 167, - en vergeeft aan Alkmaar en de Kennemers. 167 v. - en stelt zijn natuurlijken zoon David tot Bisschop van Utrecht. 166-170. - (Eene natuurlijke dochter van hem. 169.) - Misnoegen
tusschen hem en zijnen zoon Karel. 175 v. - Verzoend. 178. - |
| |
| |
Sluit bestand met de Engelschen. 175. - Stelt een gerechtshof in Vlaanderen in. 176. - Zendt, eene vloot naar de Middellandsche zee onder twee zijner natuurlijke zonen. 179. - Zijne, ziekte en zwakte. 164, 177. (V.236.) 178, 182. - Nieuwe verbittering tegen zijn zoon Karel. 179. - Hij sterft. 182. - Zijn lof. 182 (en 103). - en rijkdom. 183. - De Keizerlijke kroon door hem van de hand gewezen, ald. - Zijne kinderen. 184 aant. - Hij waakt tegen de aanmatiging der geestelijke rechtspleging. VI. 226. |
Filip (de Schoone), geboren. IV. 229. - Naakt aan het volk vertoond. 239 v., 367. - Volgt op als, Graaf onder voogdij van zijn vader Maximiliaan. 239. - Doet moeite om zijn vader te bevrijden uit Brugge. 263 v. - Wordt als vorst gehuldigd. 307 v., 311. - Roept de Staten der landen bijeen. 308. - en regelt de betrekkingen met Engeland en Frankrijk. 308-310. - Trouwt Johanna van Arragon. 310 v. - Zijne dochter Leonora. 312. - Zijn zoon Karel geboren. 319 v. - Zijne, dochter Elisabeth. 321. - Reis naar Spanje en terugreis. 322 v. - Zijn zoon Ferdinande 323. - Hervat den Gelderschen oorlog, ald. en v. (Z. Karel van Egmond). - Koning van Kastilië en Leon. 324 v., 326, 370. - Zijne dochter Maria geboren. IV. 331. - Nieuwe reis naar Spanje. 332. - Moet binnenloopen in Engeland, en wordt opgehouden. ald. - Komt in Spanje en neemt de regeering over. 333. - Sterft aldaar, 1506. 334. - Zijne nageboren dochter Katharina, ald. - Krankzinnigheid zijner gemalin, atd. - Zijne gestalte en inborst. 335. - Z. ook V. 221-225. |
Filip van Bourgondië, natuurlijke zoon van Filip de Goede, Heer van Ter Veere. IV. 248. (Z. Boudewijn.) - Bisschop van Utrecht. V. 15. - Neigt tot Kerkhervorming. 31. - Sterft, 1524. 38. |
Filip van Kleef. Z. op Kleef. |
Filip II, Koning van Spanje enz. Geboren 1527. V. 57. - Door geboorte en gezindheid Spanjaard. I. 142. VI. 1 v. - Gehuldigd als erfgenaam der Nederlanden. V. 157-160. - Trouwt Maria, Koningin van Engeland. 167 v. - Zijn vader draagt hem de regeering over. V. 169, 170. - Zijne regeering in de Nederlanden. VI. 7-19. - Verwekt de ligue in Frankrijk. V. 218 v. - Verdacht van Paus Sixtus V te hebben doen vergeven. V. 219. - Vertrekt
|
| |
| |
naar Spanje. 20. - Hertrouwt met Elisabeth van Frankrijk. 13, 20. - Doet zijn zoon, Don Carlos, dooden. 118. (Z. Carlos.) - Trouwt Anna van Oostenrijk. 119. - Wil Willem I uit de Nederlanden verwijderd hebben. VII. 14. - Doet hem in den ban. 27 v. - Wordt hier te lande afgezworen. 32-37. - Weigert de landen weer aan te nemen met vergunning van vrijheid van godsdienst. 93, 139. - Zoekt vrede. 190. - Sterft, 1598. 192. - Zijn karakter. V. 232. VII. 192 v., 275, 276. - Zijne lofschrijvers. VIII. 261 v. - Verdedigd tegen de Nederlanders. XIII. 16 v. |
Filip III van Spanje. Wordt Koning. VII. 193. - Verbiedt den handel met Nederland, 195. - Sterft, 1621. VIII. 96. |
Filip IV, Koning van Spanje. Komt tot den troon. VIII. 96. - Regeeringsdaden van hem. 112, 131, 152, 154. - Hij sterft (1665.) IX. 161. |
Filip Willem, oudste zoon van Willem I van Oranje, door Alva van de Universiteit te Leuven opgeligt en naar Spanje opgezonden. VI. 94. - Breed verhaal nopens hem. 243-256. - Hij komt weder in de Nederlanden met Albert van Oostenrijk, 1596. VII.185 v.(274). - Trouwt de Prinses van Condé en bekomt daardoor het bezit van Oranje, 1606. 204. - Had Barneveld het oog op hem, en hij op de regeering? VIII. 272 v. |
Filip van Anjou [In 't Register van D. XI. bl. 29, staat bij vergissing, Aragon], Koning van Spanje, 1700.X.194. - Dit geeft aanleiding tot den Successie-oorlog, waarover ald. bl. 200 en het XIde D. doorgaans, tot bl. 48, en nog bl. 57, 63 v. - Filip doet afstand van de kroon - doch vat ze weêr op. 63. - Hoopt op de Fransche kroon. 69. - Maakt aanspraak op de Oostenrijksche successie. 82. - Overlijdt, (1746). 108. |
Filippa, Gemalin van Graaf Jan II. III. 64. - Sterft, 1311. ald. |
Filippa, Dochter van Graaf Willem IV. Gehuwd aan Koning Eduard III van Engeland. III. 124. - Haar aanspraak op de Nederlanden, 1345. 205, 206. - Zij sterft, 1369. 206. (doch eerst in 1372 doet Eduard afstand van zijn recht uit die aanspraak, ald.) |
Filippa, Dochter van Hertog Adolf, en zuster van Hertog Karel van Gelderland. IV. 205 v. - Gehuwd aan Hertog
|
| |
| |
Herbaren van Lotharingen. V. 104. - Haar zoon Antony. ald.Ga naar voetnoot(*). |
Finantie-geest hier te lande, na 1772 schadelijk. XII. 41 v. |
Fitten, d.i. Factorijen. XIII. 90. |
Fitzwater, Gevolmachtigde van den Hertog van Glocester, 1426. IV. 101. |
Flament, Haagsch Bibliothecaris. Zijne opmerking aangaande Ern. Eremundus. VI. 240. |
Flassan (de). Zijn oordeel over het gedrag van Frankrijk in 1787. XII. 210-212. |
Fledderus, te Steenwijk, justitie-moord aan hem begaan, (1750.) XI. 153-155. |
Fleury (Kardinaal de), Fransch Staatsminister. Hervat de vervolging der Protestanten in Frankrijk. XI. 63. - Andere handelingen van hem. 68, 83, 97. |
Flevo, Flie-meer. I. 24 v. |
Floris (I), Graaf van Holland, zoon van Graaf Diederik III. Wordt bij zijns vaders dood Graaf van Friesland: hoe dit te verstaan? II. 13-17. - Volgt zijn broeder Graaf Diederik IV op als Graaf van Holland, 1049. 21, 22. - Aangevallen door vele vijanden, verslaat hij ze herhaaldelijk; doch verliest na zijne overwinning het leven, 1061.22-24. - Zijne gemalin Gertrude van Saxen. 24. - Zijne dochter Bertha, gehuwd aan Koning Filip I van Frankrijk. ald. - Zijne weduwe Gertrude hertrouwt aan Robert van Vlaanderen (de Fries). 27. |
Floris II. (de Vette), Graaf van Holland. II. 32. - Geprezen. 33. - Zijne gemalin. Z. Petronella. - Zijn geschil met Galama. Z. Galama. - Sterft, 1122. 33. |
Floris (de Zwarte), Zoon van Graaf Floris II, en broeder van Diederik VI, verdedigt de Friezen tegen zijnen broeder, met goed gevolg. II. 39. - Dingt naar de hand van Hadewich van Richem. 41. - Verdrijft den Bisschop uit Utrecht, en verbrandt Lexmond. ald. - Door Hadewichs voogden vermoord, ald. |
| |
| |
Floris III. Wordt Graaf, 1157. II. 50. - Helpt Utrecht - oorloogt met de Westfriezen, en met Vlaanderen, 51-60. - Verkrijgt het recht van tol te Geervliet, ald. - Trouwt Ada van Schotland. 52. - Zijne betrekkingen met Bisschop Godfried van Utrecht. 52-56. - Strijdt met de Friezen. 56 v. - Trekt ten kruistocht naar het Heilige Land en sterft te Antiochië, 1190. 57. - Zijn ongelukkige oorlog met Vlaanderen, 55, 58-60. - Handhaaft het recht der Egmondsche kerk. XIII. 139 v. |
Floris IV, Graaf van Holland. Wanneer geboren? II.330. - Reeds vroeg ondertrouwd met Machteld van Brabant. 109, 115. - Wordt Graaf, 1222. 112, 115. - Staat den Bisschop van Utrecht bij. 118-120. - Gaat ten kruistocht tegen de Stadingers. 125 v. - Komt om in een steekspel te Corbië, 1235. 126 (Z. 332). - De moord gezoend. 127. |
Floris, Zoon van Graaf Floris IV en broeder van Willem II (Floris de Voogd). II. 126. - Bestuurt Holland in Willems afwezigheid. 129, 133 v. (I. 270.), 145. - Neemt de voogdij aan over den minderjarigen Floris V. 158. - doch spolieert hem. 159-163, 270 v. - Overlijdt, 1258. 164. Men zie nog III. 255. |
Floris V. Wordt Graaf, 1256 (of 1255. Z. Huydecoper en Groebe.) II. 158. - Onder voogdij. 158 v. (Z. Floris de Voogd.) - Wordt meerderjarig. 167. - De Kennemerlanders staan tegen hem op, doch worden bedwongen. 168, 171. - Hij trekt op tegen de Friezen. 171 v. - Verbindt zich met Utrecht. 172 v, 196 v. - Moeilijkheid in de tijdrekening zijner daden. 173. - Vooral over zijn huwlijk met Beatrix van Vlaanderen. 173-183. - Vroeger huwlijk met Agnes van der Sluis. 185 v. - Hij wordt Ridder geslagen. 191. - Zijne betrekkingen met Engeland. 194 v., 200 v., 227 v. - Nieuwe tocht tegen de Friezen. - Ontdekt zijn vaders lijk en doet het eerlijk begraven. 195 v. - Beoorloogt en vernedert Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden; doch begunstigt hen wederom als Raden en Ridders. 197 v. - Stelt de ridder-orde van St. Jacob in. 198. - Bedwingt de Friezen. 199. - Staat den Hertog van Brabant bij in den twist over Limburg. 201 v. - Misnoegen in Zeeland tegen hem. 204 v. - Wijt van Vlaanderen eischt gewapenderhand de leenhulde wegens Zeeland. 202. - Neemt Floris gevangen. 208. - Deze moet een nadee- |
| |
| |
lig verdrag aangaan. 209-221. - Doch de oorlog breekt spoedig weder uit. 222, 226 v. - Aanspraak van Graaf Floris op de Schotsche koningskroon, en afloop daarvan. 223-226, 345. - Reist naar Parijs en verbindt zich met Koning Filip den Schoone. 228 v., 238 v. - ‘Dit verbond doet hem den dood.’ 229 v. - Misnoegen der Hollandsche Edelen tegen hem. 230 v. - Aangestookt door Koning Eduard van Engeland, door middel van Jan van Kuyk. 230 v. - Samenzweering. 239 v. - Namen der saamgezworen Edelen. 239 v., 251. - Hun lot. 261-266. - Valsche grieven door de geschiedschrijvers tegen Graaf Floris ingebracht. 234-245. - a. aangaande Machteld van Velzen. 234-238 (346 v.). - b. het adelen van boeren. 240-242. - c. Voornemen, om met voorbijgaan van zijn zoon Jan, Witte van Haemstede te doen opvolgen. 242-245. - De
samenzweering wordt weêr opgevat. 245. - volvoerd, en eindigt in den moord van Graaf Floris, 1296. 246-255. - Steenen kist voor Floris in de kerk te Alkmaar. 255-257. - Zijn character. 257 v. - Zijn lijk naar Rhijnsburg gebracht. 281 v. - Verbond tegen zijne moorders. 309. Z. nog X. 294. |
Florissen [Pieter], Holl. Admir. IX.57. - Sneuvelt, 1658.99. |
Folard (Kolom van). XI. 104, 240. |
Fonds voor den Landbouw. XII. 164. |
Fonds tot aanmoediging van den Gewapenden Dienst. XII. 164. |
Fontein van rozewater en vierderlei wijn, 1436. IV. 131. |
Fontenoi (Slag bij) in 1745. XI. 103-105, 240, 283. |
Foreest, Forestier. I. 176 v. |
Foreest (van), Vroedschap te Alkmaar, onder J. de Witt. IX. 164. |
Formosa (Eiland) verloren. IX. 139. |
Formulieren van Eenigheid. VIII. 228 v. |
Fortrappe. I. 186. XIII. 125 v. |
Francia orientalis en occidentalis. I. 106. |
Francius, Beroemd Amsterdamsch Professor. VIII. 121. |
Franken. Hun naam, oorsprong, enz. I. 37 v. - Hunne koningen hadden geen absolute macht. XIII. 117 v. - Wapenschild der Fransche. koningen. Z. Leliën. |
Franken (Jan). Zijne pretense aanteekeningen over Oldenbarneveld, onecht. VIII. 288. IX. 307 v., 312, 319. |
| |
| |
Frankrijk. Na den dood van Willem I, verkozen boven Engeland. VII. 89. - Deszelfs haat tegen den Staat, wegens den vrede te Munster. VIII. 169. - Betrekkingen met Nederland onder J. de Witt. IX. 95 v., 115, 119, 143 v., 162. - De Landdraak uit de Apocalypsis. XI. 38. - Zwakke toestand omstreeks 1756. XII. 15. - Stelt de Patriotten te leur in 1787. XII. 209-212. Z. Fransche en Franschen. |
Frans van Brederode, en Jonker-Fransen-oorlog. Z. Brederode (Frans van). |
Frans I, Koning van Frankrijk. Komt tot de regeering, 1 Jan. 1515. V. 9. - Sluit een verdrag met Karel V. 10. - Dingt naar de Keizerskroon. 19. - Verliest het tegen Karel V en wordt nu zijn onverzoenlijke vijand. 20. - Valt in Navarre. 29. - Voert oorlog in Italië. 31 v. - Wordt te Pavia geslagen en gevangen. 40 (184). - Naar Spanje gevoerd. 41. - Ziek. 42. - Sluit den vrede. 43-47 (184). - Houdt den vrede niet en hervat den oorlog met beleedigende twist en uitdaging, doch wordt uit Italie verdreven en sluit den vrede van Kamerijk. 50-57, 61-70. - Trouwt Karels zuster Leonora. 79. (Z. boven 45, 70.) - Nieuwe oorlog. 102. - doch bestand te Aigue-mortes. 103. - Nieuwe twist en oorlog. 124-141. - Vrede van Crespi. 141 v. - Sterft, 1547. 143. Z. ook nog 179 v. |
Frans II, Koning van Frankrijk, 1559. VI. 13. - Sterft, 1560 [1563 was drukfout]. 67. |
Frans, Hertog van Lotharingen, en van Toscanen, gemaal van Maria Theresia van Oostenrijk, Erfdochter van Keizer Karel V, 1736. XI. 80. - Wordt Keizer, 1745. 99. |
Frans II. Wordt Keizer van Duitschland, 1792. XII. 88. - Van Oostenrijk, 1804. 111. |
Fransche furie. Z. Antwerpen. |
Fransche Koningen stammen af van Graaf Floris I van Holland. II. 24. |
Fransche modes in Engeland ingevoerd. IX. 286 v. |
Fransche revolutie. XII. 88 v. |
Franschen, door B. gelaakt en gescholden. I. 243, 279, 322. V. 65. VII. 33. IX. 91. X. 42 v., 175, 195. - Hun gedrag in de Nederlanden. X. 3-53. - na 1795. XII. 102 v., 326-328. Z. ook Napoleon. |
| |
| |
Fraser (John), verrader, 1673, X. 49. |
Frederik I Barbarossa. Keizer, 1154. II. 49. - Schenkt aan Graaf Floris III het recht van tol te Geervliet, 50. - Bevredigt hem met Utrecht, 1165. 53 v. en 64. - Regelt den waterstaat. 55. - Moet zich vernederen voor Paus Alexander III, 1177. 334. - Komt om in Syrië, 1190. 57. Z. nog III. 275, 300. |
Frederik II. Keizer, 1220. II. 127. - In geschil met den Paus, en afgezet door Innocentius IV, 1245. 128 v. |
Frederik van Zierik, Bisschop van Utrecht, onder Graaf Willem III. III. 80. - Sterft, 1322. 93. |
Frederik van Blankenheim, Bisschop van Utrecht, 1393. IV. 121. - Sterft, 1423. 109. |
Frederik III. Keizer, 1440. IV. 147. - Beleent Filip van Bourgondië. ald. - Is hem vijandig. 163, 166, 173, 205. - Beleent Karel den Stoute met Gelderland. I. 241. IV. 204 v. - Stelt hem te leur in het koningschap. I. 336. IV. 206 v. - Dingt naar de hand van Maria, Karels Erfdochter, voor zijn zoon Maximiliaan. 216, 226 v. - Doet Filip van Kleef in den Rijksban (1488). 271. - Sterft, 1493. 306. |
Frederik van Baden, Bisschop van Utrecht, 1496. IV. 317 v., 321, 327 v. - Doet afstand van zijn Bisdom. V. 15. |
Frederik van Holstein, Koning van Denemarken, in plaats van Christiaan II, 1526. V. 47. - Overlijdt, 1533. 98. |
Frederik (Don), Alva's zoon, mishandelt Zutphen, 1573. VI. 153. - Belegert Haarlem. 155 v. - en Alkmaar. 161 v. - en Leiden. 164 v. - Vertrekt naar Spanje, 167. - Vergrijpt er zich. ald. |
Frederik Hendrik (of Hendrik Frederik. VII. 274.) - geboren 1584. VII. 65, 69. - Wordt Landvoogd over Staats-Vlaanderen, 1602. 200. - Ontfangt schaêvergoeding wegens het bestand. VIII. 4. - Belegert Utrecht en neemt het in. 16. - Houdt zich aan Barneveld. 33, 45. - Laat naderhand zijne vrienden mishandelen door zijne vijanden. 87. - Doet een inval in Brabant, op last van Maurits. 96. - Hij wordt genoemd in de samenzweering tegen Maurits. 97. - Hij trouwt Amelia van Solms. 100. - Wordt Stadhouder van vier provinciën. 102. - Begunstigt de Barneveldsche partij. 102 v. - echter met mate en met beleid. 103. (Z. evenwel 239.). - Zijne
|
| |
| |
krigsdaden in 1625. 105. - in 1626. 109. - in 1627. 111. - in 1629. 124. (Hij neemt 's Hertogenbosch. Z. ook IX. 305.) - in 1631. 126 v. - in 1632 en 1633. 129. - in 1635. 132 v. (Z. bl. 241.) - in 1636. 135 v. - in 1637. 137. (Hij neemt Breda.) - in 1638. 145. - in 1640, 1641, 1642. 146, 147. - in 1643, 1644 en 1645. 151. - in 1646. 159. - Zendt hulp aan Frankrijk tegen de Gereformeerden in Rochelle. 105 v. - De Remonstranten afkeerig van hem op Uitenboogaard's brief. 110 v. - wordt Ridder van de Kouseband, 111. - Weifelt nopens een nieuw bestand. 122 v. - Ontfangt van Frankrijk den titel van Altesse. 136. IX. 305. - Wordt eerste Edele van Holland. VIII. 137, - doch een en ander wekt achterdocht tegen hem. ald. - Ongenoegen met Amsterdam. 154 v. - Wil Antwerpen nemen, doch dit mislukt. 145. - Wordt Stadhouder van Groningen en Drenthe. 146. - Verbindt zijn zoon in den echt. ald. - Zijn intrigue met de Arminianen ten nadeele des lands en van hem zelven uitloopende (171), gaat hij kwijnen. 150, 160. - Luistert naar geene bijzondere aanbiedingen van Spanje. 153. - Trouwt zijne oudste dochter uit. 159. - Overlijdt, 1647. ald. - Zijn karakter. 102, 159, 160. - Zijn Christelijk afsterven. 246. (Zie nog over hem X. 304, 306-309. XI. 279. XIII. 25.) |
Frederik, Paltsgraaf, Koning van Bohemen. Vlucht herwaard, 1620. VIII. 93. Z. nog 107. |
Frederik III, Keurvorst van Brandenburg (Frederik I als Koning van Pruissen. X. 199.). Verbindt zich met onzen Staat. X. 137, 159. - Maakt zich Koning (van Pruissen), 1700. 199. - Sluit vrede met Lodewijk XIV. 200. - Maakt aanspraak op de erfenis van Willem III. XI. 2-5. - Verwerft Neufchatel. 32. Z. nog over hem X. 280. XII. 31 o.a. en 32. - Zijne verstandige Gemalin. XI. 4. |
Frederik Augustus, Keurvorst van Saxen, wordt Koning van Polen (1697). X. 183. |
Frederik II, Koning van Pruissen. Valt in Silesië. XI. 82. - Verkrijgt Oostfriesland en verwijdert er de Staatsche bezettingen. 98. - Had, nog Kroonprins, Prinses Anna van Engeland willen schaken. XII. 2. - Verbindt zich met Groot-Brittannië. 11. - Voert den zevenjarigen oorlog. 12-17, 19. - Sterft, 1786. 74. |
Frederik Willem II, Koning van Pruissen, 1786. XII. 74. - |
| |
| |
Herstelt de zaken in Nederland, 1787. 76 v. - Sterft, 1798. 107. |
Frederik Willem van Oranje, zoon van Willem V. Geboren 1774. XII. 339. - Trekt te velde (1793). XII. 98. - Overlijdt te Padua in Oostenrijkschen krijgsdienst, 1799. 107, 339. - Niet uitnemender dan zijn ouder broeder (Koning Willem I). 340. - Geschrift hem toegedicht, ald. aant. |
Frederiksstad. Door den Koning van Denemarken gebouwd voor de Nederlandsche Remonstranten. VIII. 108. |
Friedland (Slag bij). XII. 117. |
Friesland. Friezen. I. 27, 204, 225, 251 v. II. 14. - Onder de Romeinen. 30. - De legende over de latere oude Geschiedenis. XIII. 186 v. (en 210). - In de achtste eeuw. 75 v. 85, 87. - De zoogenaamde Vrijheidsbrief van Karel den Groote. I. 89. XIII. 187-189Ga naar voetnoot(*), 190. - Van Graaf (Koning) Willem II. XIII. 154, 190 v. - Hun telkens hernieuwde opstanden tegen de Hollandsche Graven en andere Landsheeren, of oorlogen van dezen jegens hen. I. 254 v. II. 5, 6 v., 29, 35 v., 56 v., 151 v., 171 v., 195 v., 199, 270, 281 v. III. 79, 95 v., 118 v., 146, 151. IV. 6 v. (en toen en later de inwendige factiën en strijden der Schieringers en Vetkoopers, 8 enz. Z. Schieringers) 11, 17, 44 v., 87 v., 170 v., 313-321. V. 10 v. Z. voorts Albrecht en Georg van Saxen. |
Friesland in leen uitgegeven door de Duitsche Keizers. II. 36, 37, 38, 43. - Verdeeld tusschen den Graaf van Holland en den Bisschop van Utrecht. 54. Z. 68, 69, 73 v. - ‘Waren ooit de Graven van Holland, rechtens Heeren van Friesland?’ Z, Mr. A. van Halmael Jr. XIII. 189-193. |
Friesland onder Filip II en de Republiek. Valt af van Filip II en roept Willem van Oranje in. VI. 34 v. VII. 25. - Twist in de regeering. 60 v. - Verzet zich tegen de Dordsche kerkordening. VIII. 80. - tegen de Unie, doch wordt bedwongen. 134 v. - Is doorgaans tegenstrijdig aan Holland, gedurende de minderjarigheid van Willem III. IX. 41 (enz.), 92 v., 191, 256. - Verzet zich daarna tegen hem. X. 71, 85 v. - Brutaal antwoord der Staten van Friesland op de apologetische Missive van
|
| |
| |
Prins Willem V, 1785. XII. 169. - Later, houdt de meerderheid der Staten 's Prinsen zijde. 72. |
Friesch Genootschap, en Literatuur der Friesche Geschiedenis. XIII. 193 v. |
Fuchs (P. von). Gezonden door den Keurvorst van Brandenburg om Willem III met Amsterdam te verzoenen. X. 102. - Laat zich ompraten door van Beuningen. ald. |
Fuëntes, Spaansch Landvoogd der Nederlanden voor Filip III. VII. 185. |
Fuggers (de) te Augsburg, onder Karel V.I. 287. |
Fuldenses Annales, i.e. Erhardi. XIII. 207. |
Fundi limitanei. I. 298. |
Furie. Z. Antwerpen. |
Furstenberg (Prins van), Keulsch Staatsman; de Keizer doet hem vatten, 1674. X. 52. |
Fusia Caninia (Lex). VIII. 34, 229 v. |
|
-
voetnoot(*)
- Antonij voor Antony, is hier, en overal elders - en alzoo in alle evengelijke terminatiën - schrijffout van den kopiïst, bij den druk onopgemerkt gebleven. Z. XIII. 46, 49 v.
-
voetnoot(*)
- Bl. 189, r. 4, staat bij vergissing wiarda, 1. wierichs.
|