| |
| |
| |
Vereenigd register der voornaamste in Bilderdyk's Geschiedenis des vaderlands behandelde personen en zaken, alsmede der verklaarde woorden.
| |
| |
De namen der behandelde personen, zijn met kapitale, - die van volken of plaatsen, met gespatiede, - de -woord-afleidingen of verklaringen, de boektitels en de woorden uit vreemde talen, met cursive letter gedrukt.
| |
| |
| |
A.
Aa (C. van der). Partijdig Geschiedschrijver. I.215. XII. 336. |
Aagten (St.). Zie Beverwijk. |
Aalbrecht. Zie Albrecht. |
Aardappelen. Ziel en lichaam verpestend. IV. 296. |
Aardenburg in 1672. X. 10. |
Aarlanderveen. I. 341. |
Aarnout (Graaf). Zoon en opvolger van Diederik. II. 5. - Sneuvelt in een strijd tegen de Friezen. 6. - Zijne gemalin Luidgarde. ald. - Zijne drie zonen. ald. |
Aarnout. Hertog van Gelderland. I. 240 v. - Mishandeld door zijn zoon Adolf, verkoopt zijn recht aan Filip van Bourgondië. IV. 203 v., 360 v. |
Aarsbergen. Zie Alex. v.d. Capellen. |
Aarschot. - (onder Karel V). Z. Croy. |
Aarschot (Hertog van) (onder Filips II). Vliesridder. VI. 7. - Bestuurder van Brabant en Vlaanderen. 196. - Een latere. VIII. 125. |
Aarssen (Franc. v.). VIII. 72. |
Aarssen van Sommelsdijk, schoonzoon van J. Cats. IX. 44 v. |
Abercrombie. Engelsch Generaal, 1799. XII. 108. |
Aberdeen (Slag van). XI. 102. |
Abotriten. Schlavenvolk, door Karel den Gr. aan de Elve geplaatst. I. 87, 99. |
Accommodatie (Geest van), laakbaar. VIII. 160. |
Accijnsen. IV. 359 v., V. 102, 190. |
Achamoth (bij de Gnostiken), III. 268, 278Ga naar voetnoot(*), 280. |
Achtenveertigers. Z. Doelisten. |
| |
| |
Achterleenen, Achterleenman. I. 323, 338. |
Ackersdijck (Mr.W.C.). II. 348. VI. 262. X. 219. XIII. 1, 103 v. 115. |
Acta Pacificationis Coloniensis. Literatuur daarvan. VII. 228 v. |
Acte van Consulentschap. Z. op C. |
Acte van Navigatie. IX. 52, 182, 255 v. X. 151. |
Acte van Seclusie. IX. (69) 85-93. - Hollands verdediging derzelve. 93 v. - De acte dood en te niet verklaard. 122. |
Actiehandel. XI. 223. |
Ada van Schotland, gemalin van Graaf Floris III, 1162. II 52. Z. nog 68, 71, 223. |
Ada, dochter van Graaf Diederik. VII 76. - Na haar vaders dood, door hare moeder Adelheide overhaast uitgetrouwd aan Lodewijk, Gr. v. Loon (of Los). 80-82. - Onvoegzaamheid en onwettigheid van dit huwlijk.86-90. - Zij vlucht naar den Burg van Leiden, 84. - wordt naar Texel gevoerd, 84 v. - en naar Engeland, 86. - teruggegeven aan haren Gemaal, 106. - overlijdt. 112. - Behoort niet in den rij der Hollandsche Vorsten. 113 v. |
Adel, Edelen. I. 108, 303, 316. III. 70 v. 254. (Z. voorts Adelen en Edelen.) |
Adela, dochter van Robert de Fries en Gertrude v. Saxen, huwt aan Koning Kanuut van Denemarken. II. 32. |
Adelbold, Bisschop van Utrecht, beoorloogt Graaf Diederik III over het eiland Merwede. II. 8 v. |
Adelen. Geschiedde niet door de Holl. Graven. II. 241. |
Adelheide van Gelder, gemalin van Gr. Willem I. II. 72. |
Adelheide of Adelhilde, gemalin van Gr. Diederik III. Z. op Odelhilde. |
Adelheide van Saxen. Z. op Odelheide. |
Adelheide van Teisterbant, gemalin van Gr. Diederik VII. II. 67. - Overwint zijn broeder Willem. 68. - Tracht hem uit te sluiten van de opvolging in het Graafschap. 78-102 v. (Z. Ada.) |
Adgillus, Friesch Koning. I. 70 v. |
Adingen (Zeger van) gedood door Hertog Aalbrecht. IV. 23. |
Admiraal, Ammiraal, Amiraal, Admirant. III. 230. |
| |
| |
Admiraliteit. Opgericht door Hertog Maximiliaan. V. 119 v. - Te Hoorn opgericht door Leicester, VII. 175. - Vijf admiraliteiten opgericht onder Maurits. 190. |
Admirant van Arragon. Z. Mendoza. |
Adoha, Jus adohae. III. 92, 237. |
Adolf van Bergen, maakt vergeefs aanspraak op Gelderland. I. 240. |
Adolf van Nassau, Keizer. Mengt zich in den twist van Floris V met Wyt (Gui) van Vlaanderen. II. 209, 221. |
Adolf, zoon van Aernout, Hertog van Gelderland. Verstoot zijn vader van de regeering: dit en de gevolgen hiervan. I. 241 v. IV. 203 v., 225 v., 360 v. XIII. 1, 182. |
Adolf van Nassau, broeder van Pr. Willem van Oranje. Sneuvelt bij Heiligerlee. VI. 101. VIII. 254 v. - Gedenkteeken voor hem opgericht. VI. 256. |
Adonihiram. Bij de Tempeliers. III. 247. - Bij de Vrijmetselaars. 250. |
Adriaan Florisz oon van Utrecht (Paus Hadriaan VI). Leermeester van Karel V. V. 3. - Geniet zijn vertrouwen. 23, 227. - Onderkoning in Spanje. 24, 228 v. - Moet onderdoen voor den opstand, 25 v., 231. - Groot-Inquisiteur in Spanje. 219. - Paus. 33. - Bekrachtigt het invoeren der Inquisitie in Nederland, 1522. 213Ga naar voetnoot(*). - Sterft. 36. |
Adriaanse, recitateur te Amsterdam. XI. 173. |
Advocaat (Plicht van den). VI. 85. |
Advocaatschap van Holland. VII. 99, 262. |
Advocati Ecclesiarum (et Subadvocati). XIII. 1, 136-147. - De Hollandsche Graven waren Advocaten der Egmondsche Kerk. ald. |
Advysen van B. Voorda en J. Valckenaer tegen Pr. Willem V, en van J.V. alleen tegen v.d. Spiegel; dat tegen Willem V weêrlegd door H. Tollius (niet door Bilderdijk). XII. 301, 305-307. |
Aer, d.i. over. I. 341. |
Aernout van Gelderland. Zie Adolf, en XIII. 1. 181. |
Aerssen. Z. Aarssen. |
| |
| |
Afdanken van krijgsvolk onder Willem III. X. 85 v., 120 v. - (Onder Willem II. Z. Vermindering.) |
Aflossing van Holl. Schuld (door B. afgekeurd). XII. 41 v. |
Afrikaansche Maatschappij van Koophandel te Embden. X. 94. |
Aftocht der Engelschen in 1795. Zie op E. |
Afval der Nederlanden van Spanje. Z. Afzweering. |
Afzetten van Vorsten door de Pauzen. II. 332-335. - Afzetting van Kon. Jacobus II van Engeland. X. 274 v. |
Afzweering van Filips II. Hare rechtmatigheid onderzocht. VII. 31-37, 230-232. XIII. 1, 16 v. |
Agnes, Keizerin-moeder en voogdes van Keizer Hendrik IV, beoorloogt Holland. II. 22. - Afgezet. 24. |
Agnes v.d. Sluis. Z. op Sluis. |
Agricola (Rudolf en Johannes). V. 243. - Rudolf. VIII. 261. |
Aides (subsides). III. 68. |
Aikin (Mevr. L.), Geschiedenis van Koning Karel I. XII. 195. [De Nederlandsche vertaling is niet uitgegeven.] |
Aise. (Iemand op zijn aise zetten.) VI. 222. |
Aitzema. Remonstrant. VIII. 111 (aant.) (Veelmalen wordt A. bloot als autoriteit aangehaald.) |
Aken (Vredehandel en vrede te). XI. 117. 127, 134 v., 250. |
Alarik bemachtigt Rome en Gallië. I. 56. |
Alba (Hertog van). Z. Alva. |
Albemarle. Engelsch Admiraal onder Karel II. IX. 167. |
Albemarle (Graaf v.) onder Willem III. IX. 167. |
Albergaria; jus albergariae. II. 116. |
Alberoni. Kardinaal, Spaansch Staatsminister. IX. 56, 57 |
Albert, Keizer van Oostenrijk. III. 71. - Komt naar Holland om Jan II te verdrijven, doch verdraagt met hem. 18-20. |
Albert of Albrecht van Beijeren doet zich bij de krankzinnigheid van zijn' broeder Gr. Willem V gelden als Ruwaard, Toeziener en Beschermer der Landen. III. 182-189, 258-266. - Koopt zijne broeders Lodewijk en Otto af. 189-194. - Is den Hoekschen genegen. 195. - Delft staat tegen hem op, en wordt belegerd en gestraft. 196-200. - Mengt zich in de Geldersche twisten. 201-v. - Verkrijgt verlei als Graaf, doch neemt nog dien titel
|
| |
| |
niet aan. 203. - Twist met Utrecht. 207 v. - Met Brabant. 209. - Bewegingen onder hem in Holland. 210. - Bemiddelt de Vlaamsche onlusten. 213. - Volgt zijn broeder op als Graaf. IV. 1. - Zijne huwlijken en kinderen. 1-3. - Weduwnaar van zijne eerste vrouw, verslingert hij zich aan Aleid van Poelgeest. 3. - Staatkundige gevolgen hiervan, die haar dood te weeg brengen. 3 v. - Hertrouwt met Margaretha van Kleef. 6. - Zijne Friesche oorlogen (Z. Friezen.) - Verzoent zich met zijn' zoon. 10. - Gestadig om geld verlegen. 17 enz. - Schenkt en verkoopt kwistig privilegiën. 17, 23 (339), en beoorloogt zijne rentmeesters. 18 v. - Sterft. 22. - Zijn karakter. 22 v. - (een bastaardzoon van hem. 66.) - Zijne stichtingen in 's Hage. 340. |
Albert II Keizer, 1439. IV. 147. - Sterft, 1440, ald. |
Albert van Saxen, Veldoverste onder Maximiliaan. IV. 284, 301 v. - Vorst of Erfgouverneur van Friesland. 315 v. - Overlijdt. 319. |
Albert (Aartshertog van Oostenrijk). Komt als Landvoogd in de Spaansche Nederlanden, 1596.VII.185. - Trouwt Isabella van Spanje. 191. - Aanvaardt met haar de regeering. 195. - Belegert Ostende. 196, 199. - Verliest den slag bij Nieuwpoort aan Maurits. 197 v. - Doet voorslagen aan de Staten bij het einde van het Bestand. VIII. 95. - Sterft, 1621. 96. |
Albertina Agnes van Nassau, dochter van Fredrik Hendrik, trouwt den Stadhouder van Friesland, en is stammoeder van het later Stadhouderlijk en nu Koninglijk Huis. IX. 31. - Haar moedig gedrag in 1672. 322. |
Albyville, Gezant van Jacobus II in Nederland. X. 138. |
Aldegonde. Was hij de opsteller van het Compromis der Edelen? VI. 46. - Verontschuldigt de beeldstormerij. 233, 308 v. - Verschijnt op d. 12 Julij 1572 op de eerste vergadering der vrije Holl. Staten, als Gelasligde van Willem I. 145. - Wordt gevangen genomen door D. Fredrik van Alva, 1573. 164. - gelost, 1574. 168. - bezorgt Professoren aan de nieuwe Leidsche Hoogeschool. 177 v. - Tracht vergeefs het Duitsche Rijk ter gunste der Nederlanden te bewegen, 1578. 209, 283. - Keurt den scherpen toon van Willems I (1580) Apologie af. VII 28 (aant.) - Door Willem I tot Burgemeester van Antwerpen aangesteld, 1581. 69. - Moet die Stad opgeven aan Parma en geraakt daardoor buiten staatsbe- |
| |
| |
drijf. 92. - Neigt om te verdragen met Parma en Filip. 93. - Zijne verhouding tot Oldenbarneveld na den dood van Willem I. 85, 94, 298. VIII. 61, 232. - Vergeleken bij Mornay du Plessis. VII. 298. - Door Maurits afgezonden naar Oranje, doch vergeefs. VII. 245. - Sterft, 1598. VII. 297. - Over zijne aangevangen Bijbelvertaling, ald. en X. 302. - Over zijne Psalmberijming. VII. 297. - Z. nog over hem ald. en X. 303. - Zijn broeder. Z. Toulouse. |
Aleid, zuster van Willem II, Koning en Graaf, gehuwd aan Jan van Avennes, moeder van Jan van Henegouwen (Jan II), Voogdes van Floris V.I. 265, 272. II. 126, 135, 164. - Ontzet van de voogdij. 166 v. |
Aleid van Poelgeest, bijzit van Hert. Albrecht, vermoord door bedrijf van zijn zoon. IV. 3 v. |
Alemannen (dezelfde met de Suevi). I. 39. |
Alençon (Hertog van). Z. Anjou. |
Alewyn (Z.H.) Zijn lof. VIII. 290. - Zijne parodie op een schimpdicht van Vondel. Z, Geuze - Vesper. |
Alexander III, Koning van Schotland. II. 222 v. |
Alexander VI, Paus. Zijne verdeeling der onbekende gewesten. V.34, 180 v. - Hij staaft de Inquisitie in Spanje. 216. |
Alexander, Keizer van Rusland. XII. 110, (118), 122. |
Alfonsus II van Spanje, noodigt Karel de Gr. tot hulp tegen de Mooren. I. 81. |
Algemeene Protestantsche Kerk. XII. 216. |
Algemeene Staten. Z. Staten der Nederlanden en Staten Generaal. |
Algemeene Vergadering (in 1716-1717). Onvruchtbaar. XI. 53 v. |
Algiers. Ongelukkige tocht derwaart van Karel V. V. 126, 127. |
Algiers (Dey van) in 1816. VI. 300 v. |
Alkemade (Floris van) in 1421. IV. 88. |
Alkemade (Corn. v.) aangehaald en gehekeld. II.256, 345. - met lof aangeh. V. 235. |
Alkmaar ingenomen en geplunderd door de Friezen. II. 39. - Wederom. 56. - Het Stadhuis aldaar gebouwd door Gr. (Kon.) Willem II. 254. - Oproerig tegen
|
| |
| |
Filip van Bourgondie. IV. 101. - Gestraft. 102. - Verkrijgt vergiffenis. 167. - Neemt deel in den opstand van 1491, en wordt daarvoor gestraft. 293-302. - Vruchteloos belegerd door D. Fredrik van Alva. VI. 161-163, 267. - Kerkgeschillen aldaar, door Venator, in 1609, 1610. VIII. 14, 15, 190. |
Allart (J.). XII. 319. |
Allodiale goederen. I. 303. |
Almanza (Slag bij). XI. 31. |
Almonde. Holl. Admiraal, in 1692. X. 163. |
Aloud, Balliuw van Dordrecht onder Gr. Jan I. II. 290 v. - Doodgeslagen. 302. |
Alphen (Hieron. v.), aangehaald en geprezen. III. 312, 318. (XII. 235-238.) |
Alphen (H. en D.F. van). Hunne betrekking tot R.M. van Goens. XII. 160, 161. |
Alstorphius (Joh.) X. 213. |
Altesse (Titel van) door Frankrijk gegeven aan Fredrik Hendrik. VIII. 136. IX. 306. |
Altena (Slot van). IV. 5 v. |
Alva (Hertog van) of Alba onder Karel V. V. 40, 135, 148. - onder Filip II. VI. 8, 12, 67, 77. - Komt met een leger in de Nederlanden. 81 v. - Doet Egmond en Hoorne (enz.) gevangen nemen en te recht stellen. 83. - Stelt den Raad der beroerten in. 84. - Weerstaat den aanval van den Prins van Oranje in 1568. 99-106. - Begiftigd door den Paus. 97, 106. - Richt zich een standbeeld op. 106 (z. 171). - Zorgt voor de Justitie. 106-109. - Wil de belastingen verzwaren en de beden afschaffen: moeilijkheden hierover. 109(enz.) - 124. - Zijn gedrag wordt afgekeurd in Spanje. 135 v. - Hij keert derwaart terug. 165-167. - Z. nog over hem 266, en vooral VIII. 256-259. - Zijn zoon D. Ferdinand. VI. 83. - Zijn zoon D. Frederik. Z. op Frederik. |
Alven (Ons Patroon van). VI. 241. VII 282-284. |
Alvensleben, Pruiss. gezant bij den Staat. Heult na 1787 met de Prinses v. Oranje. XII. 86. - Een hatelijk opstel van hem, verkeerdelijk toegeschreven aan den Griffier Fagel. 87, 225. |
Amb, Ambt, Ambacti. I. 300 v. |
| |
| |
Ambachts-leenen, Ambachts-heerlijkheden. I. 326. |
Ambacht (voor kerkelijke eeredienst). XI. 69 aant. |
Ambassades in de xviide eeuw. VIII. 112. |
Ambassadeur van Frankrijk in den Haag onder Lodewijk XIII. VIII. 106 v. |
Amboina. Zaak van Amboina, 1623. VIII. 107. IX. 53, 84, 89. |
Ambten in de Holl. Steden. XI. 123 (enz.) |
Amelia (Gravin) van Solms. Trouwt met Fredrik Hendrik. VIII. 100. - Mede-voogdes over haren kleinzoon Willem Hendrik (Will. III.) IX. 121 v., 164, 288. (Z. ook 305 aant.) |
Amelot de la houssaye. Zijne Mémoires. IX.H76 287, 302, 305. X. 286 v. |
Amelot, Fransch Ambassadeur in Zwitserland. X. 170. |
Amerika. Z. Noord-Amerika. |
Amerongen, Geldersch Staatslid ten tijde van J. de Witt. IX. 83. |
Amiens (Vrede van). XII. 110. |
Amiraud, Fransch Herv. Hoogleeraar. VIII. 184 v. |
Ammianus marcellinus aangehaald en verklaard. I. 37. |
Amnestie na den dood van Willem II. IX. 44. |
Amnestie onder Prins Willem IV. XI. 140. |
Amstel (Gozewyn van), Bisschop van Utrecht. II. 149. |
Amstel (Gysbrecht van). Gemengd in de zaken van het Utrechtsch Bisdom. II. 121, 149. - Overwonnen en vernederd door Bisschop Otto. III. 150. - Aan het hoofd der muitende Kennemers. 169 v. - Verkrijgt het slot te Vreeland. 171. - Overwonnen en vernederd door Floris V. 197 v. - Wederom begunstigd, Raad en Ridder gemaakt. 198. - Wrokt tegen den Graaf. 233 v. - Neemt deel in het verraad tegen hem. 245-252. - Ontvliedt 261. - Zie ook nog 336 v. - Zijn broeder Aarnout. 197. |
Amstelveen, 1650. IX. 19. - In 1787. XII. 78. |
Amsterdam. Brand aldaar in 1421. IV. 86. - Ten tijde van Filip van Bourgondië minder dan Haarlem en Delft. 103. - Hoeksche onlusten aldaar. 149 v. - Krijgt een steenen muur. 303. - Bestookt door Karel van Gelder in 1512. V. 7. - Wederdoopers oproer aldaar. 84-89. - |
| |
| |
Altijd in de contramine. VI. 55. - ‘De vier elementen aldaar gecorrumpeerd’ in 1540. 308. - Opschudding over de Godsdienst. 66. - De stad gekweld door Henrik van Brederode. 74-78. - Wil zich niet voegen onder Pr. Willem I. 203. - Mislukte aanslag op de stad. 207 (282 v.) - De stad geeft zich over onder beding, 207. - doch welk geschonden wordt en de Godsdienst en, regeering veranderd. 210. - De Satisfactie vernietigd. VII. 31. - Verzet zich tegen de opdracht der Graaflijkheid aan Willem I. 75 enz. - Dringt op vrijen uitvoer van levensmiddelen. (Z. Uitvoer.) - Vijandig aan Leycester. 108 v., 122, 150. - Anti-arminiaansch. VIII. 15, 22-29, 34 v., 98, 191 v. - Verandert te dezen opzichte. 111. - Gevolgen hiervan. 114-121. (Ook het Athenaeum. 121.) - Aanmatiging van het gerecht aldaar. 138 v. - Weigert eene bezending van de Generaliteit te ontfangen. 140-143. - Wil den toevoer van ammunitie aan den vijand niet nalaten. 144 v. - Ongenoegen daarover met Fred. Hendrik, ald. - Gedrag ten tijde van Willem II en jegens hem, en gevolgen daarvan. IX. 11-21, 33, 45. (Z. ook bl. 242-246 en XI. 260.) - Begunstigt het Engelsch Parlement. IX. 48 v. - Oproer en slachting aldaar. 59. - Verleent amnestie! 59. - De Burgerij verklaart zich voor Willem III. 232. - De Regering roemt hare bescheidenheid, zedigheid en inschiklijkheid! 243. - Wil de overdreven eischen van Lodewijk XIV niet toegeven. X. 8. - De regeering aldaar veranderd. 34. - Wil Naarden niet versterkt hebben. 86. - Verzet zich tegen de wapening van 1683 en heult met d'Avaux; de papieren der stad verzegeld, enz. 96-102, 106. - Verzoent met Willem III. 106. - Wil krijgsvolk afgedankt hebben.
120 v. - Woelt tegen den Raadpens. Fagel. 129 v. - Tegen Willem III over de nominatie van Schepenen. 152-158. - Beroerten in 1748. XI. 124-145. - Blijvende verdeeldheid en hatelijkheid. 145-147, 178 v. - Dringt Prinses Anna om bescherming van den vrijen handel. XII. 14-16, 19. - Begunstigt de afgevallen Noord-Amer. Staten en brengt de Republiek in oorlog met Engeland. 44-47. - Onlusten aldaar in 1787. XII. 74, 75. - Wil zich verdedigen tegen de Pruissen en Willem V. 77. - Moet het opgeven. 78. - en capituleert. 78, 207, 8, 7, 8.Ga naar voetnoot(*) - |
| |
| |
De Stad onneembaar? IX. 20. XI. 260. XII. 348. - Amsterdamsch burgerrecht. X. 127. |
Amsterdam (Nieuw), in Noord-America. Door Karel II ons ontnomen. IX. 149. |
Anastro (Gasp. d'). Opstoker van J. Jauregui. VII. 46 v. |
Andreae (Mr. D.H. Beucker). VI. 240. X. 242 aant. XII.167. |
Andries van Kuik, Bisschop van Utrecht, ten tijde van Graaf Diederik VI. II. 41, 44. |
Andwerpen. Z. Antwerpen. |
Anglen. I. 70. XIII. 1, 105, 201. |
Anglomanen. XII. 45. |
Anjou (Hertog van). Wil zich de Nederlanden wel aantrekken. VI. 139, 203, 2O9. (VII. 287.) - Neemt de regeering aan. 214. VII. 37. - Op zeer beperkte macht. 215. 38-41. - Wordt gehuldigd. 43. - Zijn mislukt huwlijk met Kon. Elisabeth van Engeland, ald. - Maakt zich weldra verdacht en gehaat. VI. 216 v. - Werpt het masker af, VII. 51-56. - doch zijn aanslag mislukt. (Z.Antwerpen en Furie.) - Zijne verlegenheid, en nieuwe onderhandelingen met hem. 56-59, 65-67. - Hij sterft. 67. Zie nog 289 v. |
Anjou (Hertog van), Filip V van Spanje. X. 194, 195, 200. |
Anna van Bretagne, gemalin van (Maximiliaan - van) de Fransche Koningen Karel VIII en Lodewijk XII. IV. 284, 286, 305 v. aant., 311. |
Anna van Buren, gehuwd in 1551 aan Pr. Willem van Oranje. V. 156. |
Anna van Saxen, Willems tweede gemalin. VI. 26. - Hij scheidt zich van haar. 189. |
Anna (Prinses van Engeland), dochter van Jacobus II, gehuwd aan Prins George van Denemarken. X. 128. - Verliest haren vader. 142. - Vruchtbaar in kinderen. 269. - Koningin. XI. 1. - Door B. ongunstig beschreven. 5 v., 38, 49. - Verlaat de Whigs voor de Tories. 37. - Sterft in 1714. 49. - Begunstigde den Eng. Pretendent. 50. Anna (Prinses) van Engeland, gemalin van Pr. Willem IV. Trouwt. XI. 77. - Hare kinderen. 121, 127. - Is onder de minderjarigheid van Pr. Willem V Gouvernante. XII. 1-16, 29, 137. - Overlijdt, 1759. 21. (Zie ook V. 195. XII. 29, 129.) |
| |
| |
Annales Fuldenses. Z. op de F. |
Anno, Aartsbisschop van Keulen. II, 22, 24. |
Anonymus Ravennas. I. 43. XIII. 1, 105. |
Ansfried, Bisschop van Utrecht. II. 7 v. |
Anson, Engelsch Admiraal. XI. 79 aant. |
Antonides van der Goes. Zijn gedicht op de Haze. IX. 213. - Op Kievit. 283. - Op de Gebr. de Witt. X. 29. |
Antonio, Pretendent van Portugal. VII. 50. |
Antony, Hertog van Brabant. IV. 37, 38. |
Antony, Bastaart van Filip van Bourgondië. IV. 222. |
Antwerpen. Verbrand door de Denen, 837. I. 103. - Later bloei der stad. 284-286. - Aangevallen door Marten van Rossem. V. 129 v. - Door Toulouse. VI. 76. - Mishandeld door de Spaansche soldaten. 196 v. (Z. Spaansche Furie.) - Oproer over de religie. VII. 15. - Aanslag van Anjou (Fransche furie). 51-56. - Wordt bedreigd door Parma. 60. - Aldegonde er Burgemeester. 69. - Belegerd door Parma. 84, 91 v. - Overgegeven. 92. - Kan niet aangevallen worden door Maurits, 1605. 202. - Noch vermeesterd door Fredrik Hendrik, 1638. VIII. 145. - De Prinsen van Oranje, Erf-Burggraven van Antwerpen. IX. 254. |
Anzelmus, Abt van Egmond. II. 37. |
Apocalypsis. Z. Openbaring. |
Apologie van Pr. Willem I. VII. 28 v. IX. 298-300. - van Mr. P. Ardes. X. 292. |
Appanagie, apanagie. II. 15 v., 321. |
Appèl. VI. 118, X. 263 v. |
Appelman, Burgem. van Amsterdam in 1688. X. 136. |
Appius, Colonel, beschuldigd na den slag bij Fontenoy. XI. 240 v. |
Aquitanië (d.i. Gallie bezuiden de Loire), afgestaan aan Alarik, onder Honorius. I. 57. - Betrekking van Aquitanië tot Teisterband. Z. op dat woord. |
Arborichen. Z. Armoriken. |
Are (Graaf Gerard van der), Broeder van den Utr. Bisschop Diederik. II. 91, 97. |
| |
| |
Arena, Macaronisch dichter. V. 191. |
Arenberg (Graaf van). Onder Filips II Stadhouder over Friesland, Groningen, enz. VI. 14, 71, 74 v. - Sneuvelt bij Heiligerlee. 101. |
Arend (Dr. J.P.). Zijne verdediging van Don Carlos. VI. 262. - Onbillijk jegens Bilderdijk's Gesch. des Vaderl. XIII. 1, 81 v., 128, 130, 134. |
Arendsberg (Herman, Heer van), Voogd van Hadewich van Richem. II. 41 v. |
Argyle (Graaf). Zijn mislukte opstand tegen Kon. Jac. II. X. 123. |
Argyle (Hertog van). Engelsch Veldheer onder George I. XI. 51. |
Aristocraten. Aristocratie, Aristocratische geest en overmoed der Nederl. Staats- of Stedelijke Besturen. I. 145. VII. 95. VIII. 216. IX. 2, 37. XI. 1, 137, 153, 178 v. XII. 4, 5, 38 (enz. tegen Willem V). - Z. ook Loevesteinsche factie. |
Arkel. - Geslacht van Arkel. III. 116, 200. IV. 18, 30. |
Arkel (Heer van). Bergt de kinderen van den omgebrachten Floris V. II. 253. |
Arkel (Jan van), Bisschop van Utrecht, III. 116 v. - Valt in Holland, 1348. 150. - Verplaatst naar Luik, 1364. 207. - Zijn broeder Robert. 116. |
Arkel (Otto van). III. 200 v., 266. IV. 19. |
Arkel (Jan van), (Zoon van Otto,) Heer van Gorinchem enz. III. 201. IV. 3 v., 15, 18-22, 29-33, 39-43. |
Arkel (Willem van), (Zoon van Jan v. A.). IV. 31 v., 39, 60 v. - Sneuvelt, 1417. 61. |
Arkel (Jan van), Schout te Dordrecht, vermoord in 1402. IV. 28 v. |
Armada (Spaansche). Z. Onverwinnelijke Vloot. |
Arminius (Jacobus), Predikant te Amsterdam. Professor te Leiden, 1603. VIII. 8. - Zijne gevoelens en twist met zijnen ambtgenoot Gomarus. 8, 9-14, 200-203. |
Arminianen uit den aart Aristocratisch. VIII. 12. - Paus-of Spaanschgezinden genoemd, 16. - Z. voorts Remonstranten. |
Arminianismus vóór Arminius. VII. 23. |
| |
| |
Arminianismus in den grond Socinianismus (enz.). VIII. 186, 210, 247 v. |
Armoriken, zeekustbewoners. I. 46, 58. |
Armwezen, kwalijk voor Armen-wezen. XII. 164 aant. |
Arnauld (Ant.). Zijn lasterschrift op Willem III. X. 291. |
Arnold, Verkoren Bisschop van Utrecht. II. 69 v. |
Arnold of Arnout v. Gelderland. Z. op Aernout. |
Arnulf (of Arnout), Koning van Duitschland, 888. - Keizer, 896. I. 167, 179. |
Arrest (Recht van). V. 160, 197. |
Arrière-ban. V. 167, 202. |
Artevelde (Jac. van) te Gent. Vermoord in 1344. Ongunstig beoordeeld door Bild. III. 212. - Verdedigd door N. Cornelissen. 266 v. |
Artois. Nederlandsch gewest. I. 287. |
Ascue. Engelsch Admiraal, geslagen door de Ruiter. IX. 56. |
Asperen (van). Hollandsch Edele, tracht Oldenbarnevelt te verlossen. VIII. 103. |
Assassijnen in 't Oosten, ten tijde der kruistochten. III. 244, 270, 274. |
Assendelft, Pensionaris van Haarlem, onrechtvaardig ter dood gebracht. VI. 155-157. |
Assiento-schip na 1713. XI. 79. |
Associatie (Verbond van), 1681. X. 89-91. |
Astrucho de Piera. Z. Op P. |
Athanasius. Veroordeelt de Ariaansche leer. VI. 304. |
Athenaeum te Amsterdam. VIII. 121. - Vrij gebleven van Arminianerij. ald. Z. voorts bl. 239. |
Athlone (Graaf van). Veldheer, 1696. X. 177. |
Attila (d.i. Adel). I. 232. - De geessel Gods. 291. |
Attuariën, onder Keizer Joviaan. I. 51. |
Aubaine (Recht van). V. 70. |
Aubery (d'). Z. Du Maurier, op M. |
Augsburgsche Confessie, 1530. V. 76, 186 v. |
Augustinus. Verzet zich tegen Pelagius. VIII. 177 v. - Z. ook 180 v. (en 250). |
| |
| |
Augustus III, Koning van Polen en Keurvorst van Saxen, Komt op tegen Maria Theresia. XI. 83. - Verslagen en verdreven door Kon. Frederik II van Pruissen. 100. XII. 12. |
Aureliaan, Keizer. I. 48. |
Auria (Don Andr.) (Doria). Valt van François I af tot Karel V. V. 66. - Verlost Genua van de Franschen. 69. - Bevecht hen. 166. |
Autocratie (der Staten) in Holland. IX. 133 aant. |
Avaren (Hunnen). In 't j. 558 en onder Karel d. Gr. I. 86. |
Avaux (d'), Gezant van Lodewijk XIV bij den Staat. X. 87. (en telkens in dat Deel.) |
Avennes (Huis van). III. 3. |
(Borchard van -). Getrouwd met Zwarte Margriet van Vlaanderen. II. 131. - Van haar gescheiden, 131 v. - Zijn broeder Wouter. III. 3. |
Avennes (Jan van). Zoon van B. v. A. bij Margriet van Vlaanderen. II. 131. - Begunstigd door Graaf (Kon.) Willem en getrouwd aan diens zuster Aleid, en met gebied begiftigd. 135 v. - Heeft een zwak karakter. III. 3. |
Avennes (Boudewyn van). Tweede zoon van Zwarte Margriet, Graaf van Namen. II. 131, 136. |
Avennes (Jan II van), onze Graaf Jan II. Z. Henegouwen en Jan II. |
Averhoult (d'). XII. 215. v. aant. |
Avezathe. Zie Havezathe. |
Avila (d'). Spaansch Bevelhebber, verslaat Lodewijk van Nassau op de Mokerheide. VI. 169. |
Axpe, Spaansch onderhandelaar. VIII. 133. |
Aylva, onder Willem IV. XII. 196 v. |
Ayta. Z. Viglius. |
Azincourt (Veldslag van), 1415. IV. 52. |
|
-
voetnoot(*)
-
Ald. r. 13, 14. ‘Ook bracht zij’ (enz.) leze men: zij [d.i. Achamoth] bracht (enz.)
-
voetnoot(*)
- Dit zijn vier bladz., alzoo de cijfers 207, 8, bij abuis herhaald zijn.
|