De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 15
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 106]
| |
Voorbericht.Tot Inleiding van een Dichtstuk van weinige Bladen een Voorbericht te doen dienen, dat alles bevatten zou, wat ik mijnen Lezer wel wenschte meê te deelen, zou aanstootelijk zijn. Ik heb derhalve verkozen, alles wat ik nopens Ossiaan, zijnen Fingal, en deze mijne Navolging of Vertaling, te zeggen had, in een afzonderlijk Bericht achter het Dichtwerk te plaatsen. Het is daarin derhalve, dat mijn Lezer dat gene vinden zal, dat hy naar het algemeene gebruik in eene Voorrede verwachten mocht. Alleen zal ik hier opmerken, dat ik nut geacht hebbe, het Stuk-zelve van eenige Aanteekeningen verzeld te doen gaan, doorgaands tot opheldering van de voorkomende gewoonten en oudheden geschikt, doch ook hier en daar over het Dichterlijke-zelf uitloopende. Naar mijn inzien zal er de Lezer by winnen, zonder verdere voorbereiding dit beroemde en als Heldendicht verbreide Dichtstuk te leeren kennen. Zijn eigen oordeel zal er te vrijer, en zijn genoegen by de lezing te onvermengder door zijn. |
|