De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAmpten.
| |
[pagina 452]
| |
a.
Dan is er onderscheid in beiden?
b.
Zoo dag en nacht zijn te onderscheiden.
a.
En wat is Stultus voor een man?
b.
Die niet dan ombre spelen kan.
a.
Zoo kan hy dan geen Jabroêr spelen?
b.
Ja schoon, volmaakt in alle deelen.
a.
Flikflooien? laagheên ondergaan?
b.
Volmaakt; dat is zijn gantsch bestaan.
a.
De gekken in hun dwaasheên stijven?
b.
En dringen in de gunst der wijven.
a.
Verachting dulden van Alcest?
b.
Gy hebt zijn beeld daar juist geschetst.
a.
Zijn luimen vieren en verwachten?
| |
[pagina 453]
| |
b.
En daar 't geweten om verkrachten.
a.
En gy, hebt gy dat meê verricht?
b.
Ik schaamde my voor 't zonnelicht.
a.
Gy staat op deugd en kundigheden?
b.
En zie die graâg met vrucht besteden.
a.
En houdt ge die voor gangbre munt?
b.
Niet, daar ge brood voor koopen kunt.
a.
Maar ook geen ampten, naar mijn weten.
b.
Die worden ongekocht bezeten.
a.
Zeg liever: niet voor geld gekocht.
b.
En waar dan zijn die aan verknocht?
a.
Aan 't kruipen voor gewaande Grooten.
b.
Dan heeft ze Stultus recht genoten!
| |
[pagina 454]
| |
a.
Wie toch wordt kooper van een goed?
b.
Wel, die den prijs er voor voldoet.
a.
En, die dien prijs er aan wil sparen?
b.
Die houdt zijn geld, en laat de waren.
a.
En zoo gy daar het recht van ziet,
Wat onrecht is u dan geschied?
1786.
|
|