De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 480]
| |
Leven.Ga naar voetnoot*Mijn Lesbia, kom, laat ons leven, laat ons minnen!
Verachten wij 't gemor van wreevlen ouderdom!
De zon mag dag aan dag een' nieuwen loop beginnen,
Maar 't korte levenslicht keert nooit voor ons weêrom.
Wordt eens die zonneschijn van d'avondstond vervangen,
Eén nacht houdt ons het oog in d'ijzren slaap geklemd.
Wel dan, genieten wij, mijn dierbaar zielsverlangen!
Genieten we, eer één stond de kostbare uren stremt.
Kom, geef mij duizend, en nog honderdduizend kusjens,
En geef me er duizend, en nog honderdduizend, bij!
Neen, houden wij geen maat in onze minnelustjens,
Hoop op, tot hun getal niet uit te spreken zij.
Een ander mocht wellicht ons zoo veel zoets misgunnen,
En scheppen uit ons heil een heimelijke pijn.
Maar wie, mijn Lesbia, zou ze ons benijden kunnen,
Die ziet, dat ze onuitputbaar zijn?
|
|