De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 250]
| |
Prinses Anna.Ga naar voetnoot*Ook gy verdiende een plaats by Nassaus Heldenvorsten,
Volschrandre Vrouw, door de Echt hun stamhuis ingelijft.
Hoe weinig, die, als gy, het lastig Staatsjuk torschten!
Hoe weinig, wien een moed, als u bezielde, stijft!
Gy, door geen vleierslist, geen weêrstand, om te zetten,
Had God-alleen in 't hart, met Burgerzucht en trouw;
Doch de adder lag gekneusd, aan de Almacht bleef 't verpletten;
Dit overtrof de kracht der Weduwlijke Vrouw.
Het Eedgespan herrijst; het dwangjuk, pas verbroken,
Wordt heimlijk, hoe gy waakt, in 't duister toegereed;
Ge ontslaapt op 't onvoorzienst; het recht bleef ongewroken;
En 't werd Uw' dierbren Zoon een bron van alle leed!
1822.
|
|