De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

[p. 65]

Wetbetrachting.^*

Εἰδὼς τοῦτο, ὅτι δικαίῳ νόμος οὐ κεῖται, ἀνόμοις δὲ, κ. τ. λ.

Paulus.

Vergeefs de wet betracht met de angst der naauwgezetheid:

Zy wischt begane schuld noch hartverderving uit;

Geen uiterlijk bedrijf is 't merk van onbesmetheid,

Waar 't zeedlijk zelfbestier uit geen vernieuwing spruit.

Neen, slaafsche vrees teelt dwang uit straf en schuldkastijding

Maar kinderlijk ontzag, en liefde uit zoengenâ,

Hereeniging met God by zonde- en strafbevrijding,

Zijn vrucht van 't Heilgeloof geplant op Golgotha. -

Verdienste - of eigen wil -? Van hier die zelfverblinding!

't Is balsemdaauw van 't Kruis, die ons door 't harte zijgt;

't Is in 't verbrijzeld hart de ware Godbevinding,

Waardoor 't vervallen kroost tot boven de Englen stijgt.

1827.

* Nieuwe Vermaking, 96.