De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5(1857)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Gewijde poëzy. Jefthaas dochter, aan hare moeder. Het christendom. Gebed. 'T gebed des Heeren. Wissel. Gebed. By het graf. Eens grijzaarts waarneming. Zelfbeproeving. Aan God. De ongodisten. De christen in 't lijden. Gerustheid in God. Zielzucht. Zelfherinnering. 'S Heilands hemelvaart. Aan de joden. 'S Hoogsten lof. De Heiland. Zangstukjen. De apostelen In den nacht des verraads. Vreugde. Genieten. Veroordeeling des naasten. Tranen. Liefde. Messias. Veldzang. Aan God. Ontucht. (Spreuken V.) Verleiding. (Spreuken VII.) Doodslaap. Geluk. Deugd. Heil. De beker des tegenspoeds. Agur. Opstand tegen God. Het vergaan. De dieren. Aan de moedermaagd. Voorbestemming des christens. De mensch. Middernachtszang (Uit het Oud Duitsch) Morgenzang, Van de IX eeuw. Maria by het kruis. De dag van wraak. God en de mensch. Schoonheid. Bedezang. Betrouwen. Kleeding. Wijsheid. Roemzucht. Verlossing. 'S Heilands geboorte. De star uit het oosten. Herodes. Aan de poëzy. Onverschrokkenheid. Aan den Apostel Joannes. Vrije wil. Deugd. Genade. Opwekking. Deugd, rein geloof. Christendom. Een stervende vader Hagar aan Sara. Jacob aan Ezau. Ezau aan Jacob. Jacob aan Rachel. Rachel aan Jacob. Aan de Joden onzes tijds. Staats- en kerknood. Voor lijdenden. Beurtrei. 'S Heilands geboorte. Jezus Christus. Zangstuk. Vaderlijke les. Rozen. Zielzucht. Hoop. Engelen blijmaar Aan God. De weduw van Zarfath. Bemoediging. Mededeelzaamheid. Toekomst. Hiskias gebed. Tafereel uit Herodes kindermoord. Godbestrijders. Godbetrouwen. Troost in God. Aan de Joden. Vredehaat. Aan den mensch. De dood. Lofzang. (Te Deum laudamus.) Liefde tot God. (Zang.) God, geopenbaard in zijn Woord. Christendom. Wroeging. Kerstfeest. Zangzucht. Beurtrei. Standvastigheid. Christenmoed. Eigen gerechtigheid. Troost in pijn. Het water van Bethesda. Gelooven. Zedelijkheid. Deugd. Christelijke ouderdom. Waarschouwing. Zingen. Poëzy. De Godheid. Lof en dankzang. Lofzang. Wet en euangelie. Aan den onchristen. Liefde. Opwekking. Verlossing. Stervenshoop. Plicht. Hoogmoed. Kerstdag. De klokslag. Zondelast. Opwekking. Weldadigheid. Rust in God. Moed in lijden. Wetvoldoening. Wijsheid en deugd. Voorspoed. Gerustheid. Opwekking. Verzoening. Onmacht. 'T evangelie. Dank aan God. Aan de ontluikende jeugd. Oordeel des naasten. 'S menschen toestand. Boetzang. Zondaarsbede. Godbetrouwen. Lofzang. De dag des heils. Sions nood. Gods mogendheid. Troost der bedrukten. 'S boozen voorspoed. Voorspoed der boosheid. 's Heilands zegepraal. Verbreiding des christendoms. Aan de Joden. Berusting in God. De godvruchtige. Christus. Toevlucht. Zang des verdrukten. Gods voorbestemming. Menschendeugd. Filozoofsche deugd. Rust in hoop. Jammerklacht. (Jeremias vierde Hoofdstuk.) 'T bidden in smarten. God en de mensch. Goede werken. Troost in benaauwdheid. Liefde des naasten. Kennis van God. Aanteekeningen.