Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Nietigheid. Ach! al des stervlings roem is niet Dan blinkend ijs en ruischend riet. Het ijs versmelt, het rietjen knikt, Als zon of wind het tegen blikt. Waar blijft dan 't schitterschoon kristal? Waar 't oorbehagend pijpgeschal? Één rukjen luchts, één zonnestraal! Daar ligt des hoogmoeds flonkerpraal. Vorige Volgende