Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Gebed. Op Uwe zaligheid wacht ik, Heer! Gen. XLIX, 18. Neen, Heer, ik smeek U geen verlenging van dit leven; Verlengt Gy 't, zij het dan ter Uwer eer besteed, Vertrooste ik 't Christlijk hart in 't prangen van zijn leed, En leere ik d'ongodist, in de ijzren boezem beven! Stem my 't steeds zwak gemoed tot weldoen en vergeven, Maak me ieder oogenblik voor 't stervensuur gereed, Leg me op (maar steun me er by) wat Gy my dienstig weet En red my van 't verderf dat me eindloos aan blijft kleven! Gy kent den duivel die my pijnigt en ontrust; Ontruk me aan 't dwanggeweld der aardsche zondelust: Roei uit wat in mijn borst Uw Heilwoord wil verstikken. Ontwortel elke sprank van hoogmoed waar by sluipt, En onder 't danken zelfs de onzuivre ziel bekruipt; En, sta me Uw Zoentroost by in de uiterste oogenblikken! 1825. Vorige Volgende