Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Staatsrust. Ἐν τοῖσι μωροῖς ττον ἔγω ϰρίνω βροτῶν, Ὁςις τῶν παέρων παισὶ μὴ φρονσιν ε῏υ, Ἢ ϰαὶ πολίαις παραδίδωσ᾽ ᾽εξσίαν. Stobaeus. In zijn Vorst die hand te erkennen Die der dingen teugels klemt, Hem den toom te laten mennen, Wien Gods ordening bestemt; Of met schuim van aterlingen Zich in de oppermacht te dringen Door klubistendwinglandy, En met opgeruide hoopen Kerk en Burgerstaat te slopen; Wat verdient den naam van VRIJ? Vredig in zijn wijngaardlommer Met zijn zalig huisgezin, [pagina 48] [p. 48] 't Brood te smaken zonder kommer, Door zijn dagelijks gewin; Of met opgeblazen dwazen In een Staatspaleis te razen Over 't geen men niet verstaat, En, met bloed en brein aan 't gisten Deel te nemen in hun twisten In verwarden dolhuispraat? Aan zijn Koning deel te brengen Van den zegen onzer vlijt; Of zijn inkomst uit te plengen Voor den dwaas die ze ons benijdt? In een dankstofvol genieten 't Heil van God ons toe zien vlieten, 't Zoete smakend van zijn stand; Of in eeuwig rustloos woelen 't Kostbre leven henen spoelen In een stormig, zinkend land? Kunt gy twijflen, gy Bataven, Eertijds vrij by Nassaus staf: Nu, van uw gelijken slaven, En gedoemd tot zwijnendraf? [pagina 49] [p. 49] Leert uw jammer recht beseffen, En uw stem tot God verheffen, Smeekt een Vaderlijk gezag: Geeft uw' Vorst het roer in handen, Dat de Staatshulk niet moog stranden Waar geen wijsheid redden mag! 1824. Vorige Volgende