Nieuw liederenboekje, op aangename en bekende wijzen(1813)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt, Willem Bilderdijk, Samuel Iperusz Wiselius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Bij het verheffen der Hollandsche vlag. Stem: Als 't begint. Stroomt, ô tranen van ontroering, Stroomt uit aller braven oog! Rijs, gij galm der vreugdvervoering, Met den dankbren zucht, om hoog! 'k Zie alom de blijdschapsschitt'ring Op het lagchend aangezicht; Weg met alle hartverbitt'ring Bij dit heuchlijk morgenlicht! Denken wij aan geen voorleden; Neen, Bataven, voedt geen' wrok! Juichen we in 't gezegend heden! God verbrak ons aller jok. Juicht eenstemmig, dankbre harten! Dat zich aller zucht vereen'. God verdreef den nacht der smarten, Schoon ons lot onredbaar scheen. Roem en steun der Nederlanders, Lang terug gewenschte vlag, Die voor 's vreemden Dwinglands standerts In het stof vernederd lag! Mag ons oog u weêr zien wapp'ren, Op des IJstrooms breeden vloed, Zegepand van zo veel dapp'ren, Die u kochten met hun bloed? [pagina 7] [p. 7] Mag ons oog u weêr zien waaien, Met den kreet zien toegejuicht, Die, bij 't plegtig hoeden zwaaien, Van de hoogste vreugd getuigt! Stroomt dan, tranen van ontroering: Niemand schaam' zich dezen traan; Bij de dankbre geestvervoering Neemt hem God als offer aan. Zegepand van Nassaus erven! Lang, te lang verschopte vlag! Hij, hij kan gelukkig sterven, Die u weêr verheffen zag! Vorige Volgende