Nieuw liederenboekje, op aangename en bekende wijzen(1813)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt, Willem Bilderdijk, Samuel Iperusz Wiselius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Woerdens moord. Op eene bekende Wijs. Hoort ge daar door Woerdens straten 't Klinken van den moordkreet niet? Daar de Hel is los gelaten En het bloed bij stromen vliet! Hoort gij niet het doodsche kermen Van het weereloos geslacht, Met haar Kinders in haar armen, Door die wreedaarts omgebragt. Ja de Fransche gruweldaders Plasschen steeds in 't vrouwen bloed, Vraagt het aan uw brave vaders, Hoe hun moedwil heeft gewoed. Ja, vergat het Bodegraven, Woerden tuigt het Holland aan? Weinig is hun goed en haven, 't Is uw bloed, waar naar zij staan. Bloed, maar bloed van weerelozen! Vrouwen - grijsheid - kinderslacht, Waar een Tarter voor zou blozen, Toont des Franschmans overmagt. Duldt gij dit, regtschapen Helden? Ziet uw oog dat schouwspel aan? Zou uw wraak die niet vergelden? 't Helgespuis niet nederslaan? [pagina 2] [p. 2] Ja, te wapen, wakkre mannen! Vrije burgers, in 't geweer! Spaart niet één' dier bloedtijrannen! Velt die vrouwenslachters neêr! God, tot wien die moordkreet steigert Met het laauw en rookend bloed; Die geen regt aan de onschuld weigert, God trekt met u, Heldenstoet! Ja, de God der Legerscharen Zendt zijn bliksems voor u heen, Tot de laatste dier barbaren Door uw voeten zij vertreên. Gaat, verwint en prent uw telgen d' Afschrik in voor 't Fransch gebroed! Hollands vrouwenbloed te zwelgen Dit is Fransche heldenmoed! Vorige Volgende