De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 433]
| |
Zegen.Ga naar voetnoot*Gezegend zal hy zijn, die nederig van ziel
Gevoelt, erkent, hoe diep hy viel:
God zal zijn ootmoed zeker loonen
En hem met vreugde en zegen kroonen.
Hy zal gezegend zijn, dien, met gebroken hart,
Zijn schuld berouwt in diepe smart:
Het bloed van Jezus vloot by plasschen
Om al zijn misdaân af te wasschen.
Gezegend zal hy zijn, wien de overmoed verdrukt,
Die lijdzaam voor vervolgers bukt:
God zal hem vrede in 't hart doen stroomen,
En zijns verdrukkers macht betoomen.
Gezegend is ook hy, die hongert, vroeg en spâ,
Naar de onvergangbre heilgenâ!
God zal zijn smachtend harte laven
Met zielverkwikbre hemelgaven.
Hy zal gezegend zijn, wien liefde 't hart ontgloeit;
Wiens wang de deernistraan besproeit:
De zuchten die zijn borst ontwelden,
Zal Jezus liefde weêr vergelden.
Gezegend is de mensch die 't pad der zondaars schuwt,
Wiens boezem van het misdrijf gruwt:
Eens zal hy, los van de aardsche keten,
Aan 's Heilands voeten zijn gezeten.
| |
[pagina 434]
| |
Hy zal gezegend zijn, die 't gloeiend twistvuur smoort
Dat in verdeelde harten gloort:
God slaat zijn minste poging gade,
En loont die met Zijn heilgenade.
Gezegend zal hy zijn, wie lijdt om Jezus naam,
Om Hem zich spot of schimp niet schaam':
Eens wordt hy aan Zijn zij' verheven
Tot deelgenoot van 't eeuwig leven.
|
|