Tweede boeck vol schoone ende constighe refereynen
(2007)–Anna Bijns– Auteursrechtelijk beschermdRefereyn.INden afgront der droefheyt geheel verswolgenGa naar margenoot+
Roepen wy om hulpe / ghenadighe heereGa naar margenoot+
| |
[pagina 38]
| |
Teghen de gheene / die u kercke vervolghenGa naar margenoot+
O heere al hebben wy u verbolghenGa naar margenoot+
U ghenadighe ooghen / wildt tonswaert keerenGa naar margenoot+
Want veel vossen / en wolven / in schapen cleerenGa naar margenoot+
Sijn in u coeye / subtijlijck ghebroken
Van wien veel blasphemien tuwer oneeren
Teghen u en u sancten werdt ghesprokenGa naar margenoot+
Siet ghy niet heere / sijn u ooghen gheloken?
Hoe dat dees vossen / uwen wijngaerdt vertrapenGa naar margenoot+
Sult ghy noch langhe laten onghewroken?Ga naar margenoot+
Dees grypende wolven / verslinden u schapen
Visiteerdt u cudde / want de wachters slapenGa naar margenoot+
Oft anders u schaepkens / werden verbetenGa naar margenoot+
Wy roepen / als die naer u ghenade gapenGa naar margenoot+
Heere hebt ghy u kercke gheheel vergheten?
| |
[pagina 39]
| |
Als in Egipten / tvolck van Israel
Seer werdt verdruckt / vanden heydensen hondenGa naar margenoot+
Al waren sy dicwil / teghen u rebelGa naar margenoot+
Nochtans hebt ghy hen / want u deerde haer gequel
Moysen / tot eenen verlosser ghesondenGa naar margenoot+
Josue / Judicum / Regum / claer orconden
Als de heydenen / volck op Israel brochtenGa naar margenoot+
Behoevende hulpe / hebben syse vonden
Als sijt met berouwe / aen u versochten
Ghy sondt hen capiteyns / die voor hen vochten
Sult ghy u bruydt / inder noodt dan laten
Die de heydenen niet meer quellen en mochten
Dan de ketters / en doen / die de waerheyt haten
Den Machabeen / quaempt / ghi oic dicwil te batenGa naar margenoot+
Teghen de heydenen / rondt om / hen ghesetenGa naar margenoot+
Es u Christen volck / nu van u verwaten
| |
[pagina 40]
| |
Heere hebt ghy u kercke gheheel vergheten?
Noeyt en voeren sy wel int oudt testament
Die uwen tempel onteerden / tbleeck aent bedrijf
Van Nichanor den hooveerdighen ventGa naar margenoot+
Die den tempel dreychde daer sijnde ontrentGa naar margenoot+
U wrake quam haestelijck over den catijf
Heliodorus creech oock vol gheesselen dlijf
Die den schat des tempels wilde wech draghen
Anthiochum raeckte u handt ooc stijf
Ghy liet hem de wormen levende duercnaghenGa naar margenoot+
Osa viel doot daert veel menschen saghen
Die nochtans darcke onverhoets aentasteGa naar margenoot+
Nabuchodonosor ghinck niet vry van plaghenGa naar margenoot+
En Baltasar daer hy met sijn boelen brasteGa naar margenoot+
Uuten vaten des tempels dranck soot hem pasteGa naar margenoot+
| |
[pagina 41]
| |
Inder selver nacht wert hy doot gheesmeten
Wat gheschieter nu al en god lijdet vaste
Heere hebt ghi u kercke gheheel vergheten?
Hoe compt dat ghy nu gheen weerstant en doet?Ga naar margenoot+
Den gheenen die u dienaers bedroeven
Die vaten stelen daer u vleesch en u bloet
In werdt ghetracteert kercken en cloosters goet
Rooven / en verteeren met hoeren en boeven
Laet hen Heliodorus / gheesselen proeven
Datse niet een vel aen haer lijf en houwenGa naar margenoot+
Op dat andere diese soe saghen toeven
Mochten leeren sghelijcx te doene / schouwen
O heere sijn u de belooften berouwen?
Die ghy Petro deedt wiltse ghedinckenGa naar margenoot+
Want in u woordt hebben wy betrouwen.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 42]
| |
Dat ghy tscheepken / niet en sult laten verdrincken
Hoe de ketters / die als bocken stincken
Haer hoornen / daer teghen te setten vermeten
Het helt nu / schijnende / oft soude sincken
Heere hebt ghy u kercke / gheheel vergheten
O heere / ghy latet / nu al om wroeten
Dat in gheset is / duer uus gheests beraden
U Sacramenten / werpen / onder de voeten
U prijsweerdighe moeder / niet om versoeten
Blasphemeeren / en al u sancten versmaden
Ghy laet de ketters / vol onghenaden
Haer boosheyt metten Evangelie / decken
Ghy laet de goede verdrucken vanden quaden
Dat niemant en mach duecht doen sonder begecken
Wilt / Ambrosium / Augustinum / verwecken
| |
[pagina 43]
| |
En laet Hieronimum / comen ter banen
Doet Chrisostomum tharnasch aentrecken
En Athanasium / oprechten u vanen
Teghen de ketters / die opsteken haer granen
Contrarie gods woordt / als Baals prophetenGa naar margenoot+
Wy roepen tot u / uut dit dal der tranen
Heere / hebt ghy u kercke / gheheel vergheten
Prince / boven alle gouvernanten
Daer alle potentaten voor moeten beven
Sendt ons / vierighe / oprechte predicanten
Die u godlijck woordt / saeyen / en plantenGa naar margenoot+
En tgheene dat sij leeren / eerst selve belevenGa naar margenoot+
Wilt ons herders / naer u herte ghevenGa naar margenoot+
Die wy in u weghen / moghen volghen opt spuer
So dat / uut kerstenrijck mach werden verdreven
| |
[pagina 44]
| |
Twist discentie ende alle erruer /
Op dat de kercke mach comen in haeren fluer
Alsoo sij was int eerste beghinnen
Dat ons conversatie duer den soeten guer
Dongheloovighe mach trecken tot uwer minnen
En laet u aerm schaepkens niet verwinnen
Vanden bocken die sijn vander kercken ghespleten
Wy roepen tot u met droeven sinnen
Heere hebt ghy u kercke gheheel vergheten?
|
|