[Johannes Lambrechts]
Lambrechts (Johannes), geboren te Lienden in 1835, was een achterkleinzoon van Ds. Amos Lambrechts (zie voorgaand art.) en de oudste zoon uit het huwelijk van diens kleinzoon Ds. Amos Lambrechts, pred. te Lienden (van 1822 tot 1 Jan. 1869) en van Louise Gertrut Hagenberg, Weselsche van Geboorte. Hij studeerde aan de Leidsche Hoogeschool, waar hij in het album stud. werd ingeschreven den 13en Sept. 1853 en andermaal den 30en Sept. 1863. Op laatstgen. datum werd hij er bevorderd tot Theologiae Doctor na verdediging van een Specimen exeg.-theol. quo e sermonis narrationisque diversitate, Marcum inter et Lucam, hunc illius textu usum esse colligitur. L. Bat. 1863. 8o.
Na afgelegd proponentsexamen voor het Prov. Kerkbestuur van Zeeland was hij sinds Aug. 1859 beroepbaar in de Ned. Hervormde Kerk. Eerst een jaar na zijn promotie ontving hij het beroep naar Ransdorp, waar hij den 11 Dec. 1864 door zijn vader bevestigd werd (m I Tim. III:1; intr. m. 2 Cor. IV:5). Den 11en Juni 1866 hield hij een toespraak bij het leggen van den eersten steen voor het nieuwe kerkgebouw te Schellingwoude (sinds 1809 met Ransdorp gecombineerd). Ruim twee maanden later, den 22en Aug. 1866, overleed hij op 31 jarigen leeftijd, nalatende een weduwe, met wie hij nog geen twee jaren geleden gehuwd was en een kind van 8 maanden. Bij zijn graf hield zijn vader een treffende lijkrede. In zijn gemeente was hij bijzonder geliefd en geacht.
Litteratuur: Hs. Borger. - St. v. W en Vr. Jrg. 1866, blz. 566, 704. - Kerk. Crt. 1 Sept. 1866 (No. 35). - Alb. Stud. L.-Bat., k. 1363, 1394. - Mededeel. v.d. Hr. W.M.C. Regt.