Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5
(1943)–Jan Pieter de Bie, G.P. van Itterzon, Johannes Lindeboom– Auteursrecht onbekend
[pagina 242]
| |
huwelijk van Gerardus Kotting, drogist ald., en van Maria Elisabeth Gude, werd ingeschreven als student aan het Athenaeum van zijn vaderstad in 1827, vervolgens te Leiden den 13en Juni 1828, daarna te Utrecht den 4en Mei 1829; hier voltooide hij zijn theologische studie. Den 5en Oct. 1832 door het Prov. Kerkbestuur van Gelderland toegelaten tot de Ev. bediening, werd hij den 7en Juli 1833 bevestigd tot predikant te Kwadijk door Ds. Iz. Prins, pred. te Amsterdam (m. 1 Sam. X:7b; intr. m. 2 Kron. I:10). Hij nam afscheid van die gemeente den 29en Maart 1836 (m. Joh. XVII:15), wegens vertrek naar Den Helder, waar zijn bevestiging den 3en Apr. d.a.v. geschiedde door Ds. C. de Cock, pred. te Huisduinen (m. 1 Thess. V:12, 13; intr. 4 Apr. m. 1 Cor. XV:14). Den 29en Mei 1836 leidde hij den eersten dienst in de nieuwgebouwde kerk van zijn vorige gemeente (t. Ezra VI:16b; Boekz. 1836a, 790-792). Zijn derde gemeente was Alkmaar, waar hij den 16en Dec. 1838 werd bevestigd door Ds. J. Boldingh, pred. ald. (m. Hebr. XII:18-25a, intr. m. Openb. I:12b, 13a, 16a; afsch. te Den Helder, 9 Dec. m. Fil. I:27). Hij overleed aan roodvonk te Amsterdam, waar hij voor verpoozing zich voor korten tijd ten huize zijner ouders ophield, den 29en Mei 1844. De verzamelaars van de na zijn dood uitgegeven leerredenen getuigen van hem dat hijzelf beantwoordde aan de tekstwoorden van de eerste vier preeken (waarmede hij 15 Oct. 1843 Dr. J.J. v. Oosterzee als predikant te Alkmaar had bevestigd): Zij zijn.... een eere van Christus. Hij huwde te Amsterdam in Mei 1833 met Christina Nieuwenkamp, die hem overleefde. Uit hun huwelijk werden 8 kinderen geboren. Er bestaan van hem en van zijn echtgenoote verschillende geschilderde portretten. Een silh. van K. met een portr. van zijn echtgen. vindt men in: Ned. Patric. 17e jrg. (1927), blz. 250. Na zijn overlijden werd de uitgave bezorgd van Twaalftal Leerredenen, nagelaten door J.L. Kotting. Alkm. 1844. 8o. (Nr. XII is de laatste leerr. door hem te Alkmaar uitgespr. over Openb. XXI:4b. De dood zal niet meer zijn). Litteratuur: Hs. Borger. - Molhuysen en Kossmann, N. Biogr. Wdb. IX, k. 550. (art. v. H.F. Wijnman; de jaren van K.'s intrede te Den Helder en te Alkmaar zijn ald. foutief opgegeven). - Boekz. 1844a, 768, 770-772. - Alb. Ath. Amst., blz. 235. - Id. Ac. L. Bat., k. 1279. - Id. Rh. Traj., k. 279. - Nav. LXXIII (1924), blz. 221. |
|