Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Georgius Hazard]HAZARD (HASARD, HAZAERT) (Georgius), Fries van geboorte, werd in 1649 ingeschreven als student te Utrecht en, tot den H. Dienst toegelaten onder de Classis Zevenwouden, als proponent beroepen naar Nieuw-Brongerga of de Knype; dit beroep werd geapprobeerd den 13en April 1659; hij werd als lid der Classis erkend den 4en Mei d.a.v., nadat hij bevestigd was door Ds. R. Sigersma, pred. te Oudeschoot, en Ds. Joh. Nicolai Schuiring, pred. te Langezwaag. Hij is de oorzaak geweest van heel wat ergernis en strijd. De acta der Classis van Zevenwouden (23 Apr. 1662) vermelden van hem dat hij ‘zich gedroeg, onvatsoenlyk onbeschaemt, aanstotelyk so in woorden als gestes en gebaren, alle leden (sic!) classis beschimpende en belachende, ook de oudste dienaren, die van wege de jaren zijne vaders konden wezen, yder syn onwetenheyt en onbedachtzaemheyt verwijtend, tanquam solus sapiens et prudens.’ Hij was daarbij aan den drank verslaafd. Den 6en Aug. 1662 werd hij voor zes weken geschorst, maar hij appelleerde op de Deputaten der Synode. Dit appèl werd wel aangenomen, doch tevens werd hem bevolen het ‘binnen ses weken te vervolgen;’ hij ‘desisteerde egter van dit appèl den 3 Sept. 1662. Het suspens wierd ook op zijn vernederinge opgeheven.’ Evenwel, toen een acte daarvan door een der twee daartoe gecommitteerden werd voorgelezen in de kerk van de Knype, heette hij haar onwaar, hoewel hij haar te voren zelf had onderteekend in het Actaboek. Pogingen om hem tot schuldbekentenis te bewegen faalden ‘waar op eenparig gesuspendeert wierde ter tyd van gehoorzaamheid en belydenisse.’ Hij beriep zich toen op de Deputaten der Synode en beschuldigde de Classis en de Gecommitteerden van vervalsching, en wilde de vergadering ondanks het bevel van den praeses niet verlaten. Het slot was dat hij eindelijk den 27en Jan. 1664 werd afgezet, terwijl volgens Resolutie van H.H. Gedeputeerden, do 2 Febr. 1664, op verzoek van de Classis, werd goedgevonden zijn tractement intehouden. De uitspraak der Classis werd bevestigd door de Deputaten en door de Synode te Bolsward gehouden. In den loop van datzelfde jaar zond hij in het licht een geschrift in zake zijn uitgang uit de Classis van Zevenwouden (zie onder.) De Classis beklaagde zich hierover bij Gedeputeerden, die daarop Hazard gelastten zich aan de over hem uitgesproken sententie te onderwerpen en hem het uitgeven van zulke lasterschriften te verbieden. Evenwel ook daarna liet hij, gesteund door zijn lastigen broeder Cornelis, minderwaardige pamfletten drukken, rondventen, en op allerlei manier, zelfs bij trommelslag, aanbevelen. | ||
[pagina 598]
| ||
Hazard is na zijn afzetting Mennist geworden. Van hem zag het licht:
Portretten zijn van hem niet bekend. Litteratuur: Engelsma, Volglyst v. Pred .... ond. de Cl. v.d. Zevenwouden, blz. 165-167. - Alb. Stud. Rh. Traj., k. 23. - Romein, Pred. Friesl., blz. 579. - Cuperus, Kerk. leven Friesl., I, blz. 59, 188, 199; II, blz. 121. - Knuttel, Cat. Pamfl. II, No 8971. |
|