Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Petrus van der Hagen]HAGEN (Petrus van der), geboren te Amsterdam den 26en Febr. 1641, studeerde te Leiden, waar J. Coccejus zijn leermeester was. In de classis Leiden werd hij in 1660 tot proponent bevorderd, en nog in hetzelfde jaar ging hij met de buitengewone ambassadeurs der Nederlanden naar Engeland, vanwaar hij in Oct. 1661 naar Frankrijk trok, om er als predikant dienst te doen bij de particuliere gezanten van ons land Joan van Gend, Heer van Oosterweede, Koenraad van Beuningen en Justus de Huybert, met wie hij in Mei 1662 naar het vaderland terugkeerde. Hij vestigde zich daarop metterwoon te Leiden, en liet zich daar inschrijven als student (den 25en Sept. 1662). Den 25en Febr. 1663 deed hij intrede te Leidschendam (m. 1 Cor. XI:2). Reeds den 3en Dec. d.a.v. preekte hij er afscheid (m. Fil. I:27), vertrekkend naar Leiden, waar hij den 6en Jan. 1664 intrede deed (m. Ps. VIII:3). Zijn derde en laatste gemeente was Amsterdam, waar hij den 11en Mei 1670 intrede deed (m. Rom. I:15, 16; afsch. tekst te Leiden: Hebr. XIII:20, 21). Reeds op dertigjarigen leeftijd overleed hij den 3en Juli 1671; begraven in de N. Zijdskapel. Hij presideerde de Z.-Hollandsche synode, van 8 tot 18 Juli 1669 te Schoonhoven gehouden. Als prediker is hij hoog geroemd ook door beroemde buitenlandsche godgeleerden, en volgens deskundig oordeel uit later tijdGa naar voetnoot1) was hij een der uitstekendste predikanten uit de laatste helft der 17de eeuw. Zijn verklaring van den Brief aan de Efesiërs in vervolgpreeken, moest hij onvoltooid staken, omdat hij werd weggenomen. Van de vele preeken door hem uitgegeven zijn enkele in het Duitsch vertaald. Dat ze herdrukt zijn tot diep in de 18de eeuw, bewijst wel dat ze gaarne gelezen werden. Den 24en April 1663 huwde hij met Adriana van Wassenaar (dochter van Joh. v. Wassenaar, overl. 26 Juli 1652 als pred. te Nieuwendam en Buiksloot). Zij overleed den 12en Mei 1667, nalatende een zoon Johannes (zie hierna) en een dochter. Den 4en Febr. 1670 hertrouwde hij met Maria du Noys. Van hem bestaan portretten, o.a. borstb. rechts, zw. kunst naar W. Vaillant, door A. Bloteling (?); vgl. Muller, Catal. v. Portr. No 2132-2135*; Cat. Burgersdijk en Niermans (portr.), No 357. Na zijn overlijden zijn van hem uitgegeven:
| ||
[pagina 452]
| ||
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 25. - Adelung-Jöcher, Gel. Lex. II Bd., kol. 1727. - Alb. Stud. L.B., kol. 501. - Croese, Pred. Amst., blz. 98-101. - v. Langeraad, De Ned. Ambassade-kapel te Parijs. I. Inh. opg. p. x, blz. 237, 238, 255. - Schotel, Gesch. Heid. Cat., blz. 244, 249. - Hartog, Gesch. Predikk., blz. 95, 96. - Knuttel, Acta. IV (1657-1672) (reg.). - G. Kalff, Gesch. der Ned. Letterk. V, blz. 40. |
|