[Jacobus Lansbach Groeneweg]
GROENEWEG (Jacobus Lansbach), geboren in April 1751 te Haarlem, doorliep daar de Latijnsche school en studeerde aan de Hoogeschool te Utrecht, waar hij op 21 Juni 1771 staat ingeschreven. Den 7en October 1772 verdedigde hij onder voorzitting van Prof. Segaar zijn Observationes quaedam in Epist. Pauli ad Titum, Cap. I, in primis in Com. 12 (Traj. ad. Rh. 1772), werd 2 Maart 1773 door de classis Haarlem praeparatoir geëxamineerd en ontving den 4en Juli d.a.v. een beroep naar Watergang. Deze gemeente diende hij van 17 October 1773 tot zijn onverwacht overlijden op 14 Augustus 1787. In hem verloor Watergang ‘eenen vluggen en welmeenend Leeraar, die zonder aanzien van Persoonen, het Euangelie der Zaligheid verkondigde’, terwijl zijn ‘gulhartige verkeering en getrouwen arbeid’ geroemd worden. Kenschetsend voor zijn gezindheid en merkwaardig als teeken des tijds is het, dat hij in 1785 uitgaf: De noodzakelijkheid eener algemeene Wapenoefening, voorgesteld in eene leerreden (Amst. z.j.).
Litteratuur: Alb. Stud. Rh.-Tr., kol. 166. - Cat. Letterk., dl. II., kol. 205. - Boekzaal, Jaarg. 1772b, blz. 512 en 1787b, 217-220.