[Theodorus Groen]
GROEN (Theodorus) is geboren te Heusden als zoon van den procureur Cornelis Groen, onder de Heusdenaren vermaard door meer dan gewone mathematische kundigheden, en van Maria van Liemt, die eerst gehuwd was met Johannes van Diest en wier dochter Deliana de vrouw was van Voetius. Den 22en Mei 1619 liet Groen, die te Heusden tot ‘stads student’ was aangenomen, zich op 20jarigen leeftijd aan de Leidsche Hoogeschool inschrijven, werd in Mei 1623 te Vlijmen als predikant beroepen en huwde daar den 29en September van laatstgenoemd jaar met Anneken Lamberts van Bueren, weduwe van Johannes Seroyen, predikant te Heusden, die jong overleden was. Tot 1640 diende hij de gemeente Vlijmen en ging daarna naar Maastricht, waar hij in 1654 overleed. Hij was zeer ervaren in de geschiedenis en oudheidkunde, hetgeen ook blijkt uit zijn werk, getiteld: Een pertinente Beschrijvinge van de stadt Maestricht ende 't landt van over-Maes, terwijl hij in handschrift een beschrijving van Stad en Lande van Heusden naliet, waarover J. van Hemert Fz. een en ander mededeelde in het Tijdschrift v. Nd.-Brab. Gesch., dl. III, blz. 10, 21. Voetius noemt Groen ‘in scriptoribus, et antiquitatibus ac novitatibus Papisticis versatissimus’, welk oordeel wordt bevestigd door zijn overige, tegen de Roomsche kerk gerichte geschriften, die de volgende titels dragen: Naaktheid en schande der Roomsche kerk (1642); Antwoordt op seecker Manifest genaemt Gheloofs-Spieghel, uytgegeven bij Judocus Kedd, Jesuwijt binnen Aken (Amst 1648) en Voorstel en bewijs der strijdigheyt van de Roomsche kerk in verscheyde leerstucken, tegens de Catholijke waerheyt.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Duker, Voetius, dl. I, blz. 356, LXIII, CII, CXXIII; dl. III, blz. 193, 194. - Knuttel, Acta, dl. I en II, Reg. - De Jongh, Pred. Gelderl., blz. 312. - Alb. Stud. L.B., kol. 141.