[Hendrik van Griethuysen]
GRIETHUYSEN (Hendrik van), geboren op 17 Juli 1806 te Utrecht, liet zich den 17en December 1823 aldaar als student inschrijven (hier Van Griethuizen genoemd) en werd in 1829 candidaat bij het Provinciaal kerkbestuur van Gelderland. Achtereenvolgens diende hij de gemeenten Kortenhoef (1 November 1829-1835), Putten (5 April 1835-28 April 1844), Nunspeet (5 Mei 1844-10 Mei 1846), IJlst (17 Mei 1846-25 April 1858), Huizen (2 Mei 1858-14 Augustus 1859), Poortvliet (21 Augustus 1859-1863), Losdorp (31 Mei 1863-1864) Nieuwe Tonge (2 October 1864-1868), Oudega (3 Mei 1868-1873), Schoonrewoerd (6 April 1873-1878) en voor de tweede maal Oudega vanaf 6 October 1878 tot zijn emeritaat, dat met 1 Januari 1886 inging. Hij overleed op 11 October 1892. Van zijn hand zag het licht: Afscheids-Leerrede, uitgesproken den 10en Mei 1846 te Nunspeet, over Hand. 28:30, 31 (Sneek 1847) en Drietal uitgesproken leerredenen (Beverwijk 1872), terwijl hij met J.J. Knap en J.C. Eykman gaf: Leerredenen en overdenkingen (Sneek 1848).
Litteratuur: Alb. Stud. Rh.-Tr., kol. 248. - Romein, Pred. Friesl., blz. 365, 381. - Van Alphen, N. Kerk. Handb., Jaarg. 1893, Bijl., blz. 114 en passim. - Boekzaal, passim.