Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Gerardus Gallinaceus]GALLINACEUS (Gerardus), eertijds monnik, predikte ongeveer 1545 reeds met groot levensgevaar hier te lande de leer der Reformatie. Ongeveer 1572 schijnt hij leeraar te Brielle geworden te zijn, waar hij echter reeds in 1574 overleed. Als afgevaardigde van de classis den Briel was hij bij de Provinciale Synode, van 15-28 | |||
[pagina 172]
| |||
Juni 1574 te Dordrecht gehouden, tegenwoordig en klaagde Michael Andriesz aan wegens willekeurig verlaten van zijn standplaats Heenvliet. Gallinaceus heeft vertaald: de Homiliae over Daniël van Bullinger en de chronycque daerbij staende, elders ook Commentariën van Bullinger genoemd. In de synode van Noord-Holland, 13 Maart 1582 te Haarlem gehouden, werd aan Martinus Lydius opgedragen, deze vertaling ‘te oversien ende te corrigeren.’ Deze schijnt zich van die opdracht niet spoedig gekweten te hebben: hij wordt althans op de synode van 3 Mei 1583 te Amsterdam vermaand, ‘zeer naerstelycken’ eraan te arbeiden en zal, volgens besluit der synode te Alkmaar, 21 Juni 1599, aangeschreven worden, dit werk te voltooien. Op de synode te Haarlem, 5 Juni 1600, komt een schrijven van Lydius in, waarin hij zich van de opdracht afmaakt en in zijn plaats wordt Petrus Cornelii aangewezen. In datzelfde jaar wordt aan de Zuid-Hollandsche Synode, 15 Augustus te Leiden vergaderd, medegedeeld, dat de origineele copie van Gallinaceus' vertaling bij zijn vrouw berust en Arnoldus Cornelii Crusius, predikant te Delft, zal het geschrift den gedeputeerden ter hand stellen. Intusschen toont Petrus Cornelii in de Noord-Hollandsche synode van 1601 zich ook niet geneigd, de herziening op zich te nemen en wordt zij opgedragen aan Cornelius Hillenius, die in 1603 verklaart, de vertaling aan Ds. Crusius te Delft gezonden te hebben, daar hij geen Latijnsch exemplaar van Bullinger heeft ontvangen, hoewel Andreas Demetrius het hem had toegezegd. Of Gallinaceus' vertaling ten slotte is uitgegeven, kan niet met zekerheid worden uitgemaakt. Wel is dit het geval met een ander werk van zijn hand, getiteld:
Litteratuur: Brandt, Reformatie, dl. I, blz. 149. - Veltenaar, Kerkel. Leven der Geref. in den Briel, blz. 88, 472. - Knappert, Gesch. N.H.K., dl. I, blz. 23. - Ned. Arch. K.G., N.S., dl. V, blz. 395. - Reitsma en v. Veen, Acta, dl. I, blz. 101, 291, 334; dl. II, blz. 127, 140-142; dl. III, blz. 154. |
|