bertus Kolf, den 5 Maart 1741. Van D. Ewaldus Hollebeek, den 25 October 1744. Van D. Johan Satting, den 1 May 1746. Welke leerredenen alle afzonderlijk gedrukt zijn van waar uit 's mans geleerdtheit en bequaamheit genoegzaam blijken.’
Hij gaf uit:
Afscheidt en Bevesting-reden over Hand. 20:26-28. (uitgesproken 12 Oct. 1727). Middelb. 1728. |
Leerrede tot bevestiging van ds. Securius tot pred. te Oost-capelle uit Ps. L:5. (Middelb. 1733). |
Predicatie ter bevestiging van Ds. G. Volijkhart op Oost-Cappele, uyt Jerem. XXXI vs. 6-9. Middelb. 1739. |
Lijkpredicatie op de dood van J. Ratell uyt Deuteronomium XXXIV vs. 5. Middelb. 1739. - (Deze Ratell was predikant te Oostsouburg op Walcheren, waar hij den 14den Mei 1739 stierf. Cf. over hem Boekzaal. 1739b blz. 86-90). |
Predicatie ter bevestiging van Ds. L. Kolff op Oost-Capelle uyt 1 Petr. VI vs. 2-4. Middelb. 1741. |
Het heerlijk voorbeeld van een leeraar vertoond in Ezra (VII vs. 10), bij de bevestiging van Ewaldus Holbeek te Oostcapelle (25 Oct. 1744). Middelb. 1744. |
Predicatie ter bevestiging van Ds. Johan Satting uyt Jesaja VI vs. 5-8. Ze verscheen met goedkeuring van de Eerw. classis van Walcheren. Middelb. 1746. |
In de verzameling van het Zeeuwsch genootschap van Wetenschappen, is een brief van ds. G. Vrolikhert, dd. 1737 over een weduwbeurs, benevens eenige aanteekeningen over zijn leven, vermoedelijk door hem zelf.
Litteratuur: Boekzaal 1747a blz. 94 en 95. Nagtglas, Levensberichten enz. dl. I. blz. 140. - v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 821-822. - G. Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel. VI. Middelb. 1758. blz. 266 en 277.