veld ‘als professor in de heilige godgeleerdheid gecasseerd en onwaardig en onnut verklaard, die professie waar te neemen’, den 7den Juli 1788 werd ‘Bachienne aangesteld tot professor Theologiae imprimis catecheticae et practicae, op een jaarwedde van f 300 met belofte, dat hij, wanneer hij oudste predikant’ zou geworden zijn, van den halven predikdienst zou ontheven worden. Den 9den Oct. aanvaardde hij, zijn betrekking met het houden eener redevoering: ‘De Jesu Christo praeceptorum informandis Evangelii praeconibus exemplo’. Op stadskosten gedrukt, zag deze oratio inauguralis in 1788 te Utrecht het licht.
Den 19den Dec. 1796, kwam bij de vroedschap, namens het provinciaal bestuur des landschaps de mededeeling, dat de resolutie van 26 Juli, waarbij professoren en predikanten voorloopig werden vrijgesteld van het teekenen van het declaratoir, vastgesteld bij publicatie van 12 Mei, werd opgeheven en dat zij er zoo spoedig mogelijk hun naam moesten onder plaatsen. Bonnet, Royaards en Bachienne, verzochten hiervan te worden vrijgesteld, welk verzoek bij vroedschapsresolutie van den 2den Jan. 1797 werd afgewezen. Den 17den Jan. d.a.v. deden ze, ondersteund door een rekwest van den academischen senaat en twee verzoekschriften van studenten, nogmaals een beroep op de vroedschap om vrijgesteld te worden en den 31sten Jan. vond dit lichaam goed ‘om te berusten in eene verklaring der professoren Bonnet, Royaards en Bachienne, welk beantwoordt aan de intentie van het declaratoir.’
Den 19den Oct. 1797 stierf Bachienne, nog niet ten volle 47 jaar oud.
De ambtgenooten verloren in hem ‘eenen verstandigen, oprechten, voorbeeldigen en hulpvaardigen medebroeder’ en de gemeente, treurende over het zware verlies, miste in den overledene ‘eene leeraar met groote gaaven en ongemeene talenten, van zynen vrymachtigen en goedertieren Heer voorzien; een Euangelieprediker in nadruk, die van de gegronde waarheid, en de hoogstbelangryke waardy van den dierbaren verzoenings- en genadeweg in den Goddelyken Verlosser, levendig overtuigt was, het troostryk Euangelie geloofde, in kracht beoefende, en het met een hart vol liefde voor de eer van den Zaligmaaker, en het heil van zondaaren verkondigde, onder blykbaaren zegen voor veelen.’
Litterratuur: Boekzaal 1797b, blz. 554 en 555. - Lucie Miedema, Resolutiën van de vroedschap van Utrecht enz. blz. 447, 491 en 492.