Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[David Renaud Boullier]

BOULLIER (David Renaud) geboren te Utrecht in 1694 (hij werd hier gedoopt den 19^den Maart en kan dus niet, gelijk v.d. Aa zegt; ll. dl. II, blz. 1079, den 24^sten Maart geboren zijn), werd hij in 1715 te Utrecht als student ingeschreven (Alb. Stud. kol. 116) en zag hij zich in April 1720 bevorderd tot proponent. Beroepen te Londen door de gemeente van Savojaards in 1722, oefende hij hier zijn ambt uit tot 1734, toen hij den 12^den Jan. van dat jaar (Boekzaal, 1734a blz. 105), bij de Walsche gemeente te Amsterdam beroepen werd. Bevestigd werd hij hier, den 6^den Juni door Ds. A. d'Arbussy (Boekzaal 1734a blz. 742). Te Amsterdam heeft Boullier 15 jaar lang met trouw en toewijding zijn werk gedaan. Hij was een geleerd man, een welsprekend prediker en een gewaardeerd theologant, die zich heeft doen kennen als een degelijk philosoof, gelijk daartoe bevoegde personen, (o.a. Sainte-Beuve in het 3^de dl. van zijn Port-Royal, p. 322-329 van de 1^ste uitgave en A. Sayous in zijn: Dix-huitième siècle à l'étranger) getuigen. Op het einde van 1748 werd hij beroepen bij de Walsche gemeente te Londen. Hij preekte zijn afscheid den 30^sten Maart (Boekzaal 1749a, blz. 374) met 1 Joh. II:17. Zijn vertrek speet zijn Amsterdamsche gemeente zeer, doch hoeveel pogingen ook door haar werden aangewend om den geliefden leeraar te behouden, niets mocht baten,

[p. 541]

hij vertrok naar Engeland's hoofdstad, van waar hij in 1752 terugkeerde, ten gevolge van een geschil met de Walsche synode hier te lande. Opnieuw in het vaderland, vestigde hij zich in zijn geboortestad, waar hij zich buiten dienst met schrijven bezig hield tot den 23^sten (24^sten) Dec. 1759, toen hij in den ouderdom van 60 jaar en 9 maanden overleed.

In geschrifte bestaat van hem:

Dissertatio de existentia Dei. 1716.

Essai philosophique sur l'âme des bêtes. Amst. 1728. De tweede uitgave, Amst. 1737 is vermeerderd met een tractaat: Sur les vrais principes qui servent de fondemens à la certitude morale. Een weerlegging hiertegen schreef een abt Joannet onder den titel: Les bêtes mieux connues. Paris 1770.

Exposition de la doctrine orthodoxe sur le mystère de la Trinité. Amst. 1731,

Sermon sur le zêle, prononcé le 16 d'Octobr. 1733, à l'occasion de l'édit de Nantes. Amst. 1736.

Lettres sur les vrais principes de la religion, où l'on examine le livre de la religion essentielle à l'home. Amst. 1741.

Recherches sur les vertus de l'eau de Goudron. Amst. 1745. Uit uit Engelsch vertaald naar Berkley.

Sermons sur divers textes de l' Ecrit. - Sainte. Amst. 1748. In het Duitsch vertaald door Rhoem. Francf. 1750.

Dissertationum sacrarum sylloge. Amst. 1750.

Apologie de la métaphysique à l'occasion du discours préliminaire de l' Encyclopêdie. Amst. 1753.

Lettres critiques sur les lettres philosophiques de Voltaire. Amst. 1753. Vroeger verschenen in een Holl. blad en herdrukt onder den titel: Trois lettres sur la nature de notre âme et sur son immortalité in Guerre litéraire ou choix de q.q. pièces de M. de V* * *, avec les réponses. Lausanne 1759.

Court examen de la thèse de l'abbé de Prades et observations sur son apologie. Amst. 1753. (In den Catal. de la bibl. Wallonne. Leide 1875, vindt men op p. 130 vermeldt: Extrait d'un ouvrage de Mons. Bouillier, ministre d'Utrecht, intitulé: Court examen de la Thèse de l'abbé Pradès. MS. de 43 feuilles. C'est une correspondance du dit Mr. Boullier avec le Père Fr. Hubert Hayer, Récolet à Paris, sur l'infaillibilité de l'église, qui a eu lieu en 1754 et 1755). Le Pyrrhonisme de l'égl. romaine, ou lettres du P.H.B.D.R.A.P. (le père Hubert Bayer, des récollets à Paris), à M* * * (Boullier), avec les reponses. Amst. 1757.

Observationes miscellaneae in lib. Job: quibus versionum et interpretum passim Epicrisis instituitur; et obscurioribus hujus libri locis lux nonnulla adfunditur cet. Amst. 1758.

Pièces philosophiques et littéraires. Amst. 1759. 2 vol. Een dezer deelen heeft als afzonderlijken titel: Discours philosophiques le 1^er sur les causes finales, le 2 sur l'inertie de la matière, le 3 sur la liberté des actions humaines.

Litteratuur: La Fr. Protest. 2^me ed. 2^me vol. col. 1009-1013; v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 1079 en 1080.