Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[Nicolaes Borremans]

BORREMANS (Nicolaus, Nicolaes)¹⁾, was een zoon van Reynier, predikant te Rhoon, doch tengevolge van het aankleven van Remonstrantsche gevoelens afgezet²⁾. Bevorderd in 1648 tot proponent bij de broederschap, was hij achtereenvolgens predikant te Nieuwkoop (1649) en te Maasland (Mei 1650). Hier is hij werkzaam gebleven tot 1679, toen twee gecommitteerde van die gemeente aan het college der Rem. broederschap, in naam van Borremans bekend maakten, dat hij, tengevolge van zijn kwaal (den steen) onbekwaam was tot zijn dienst, waarop er een ander in zijn plaats werd beroepen. Behalve enkele theologische werken, die van hem het licht zagen, bewoog hij zich vooral op het gebied der historie.

1) Als geboorteplaats wordt opgegeven Amsterdam, omdat op den titel van enkele zijner geschriften voorkomt Amstelodamensis. Nu komt in het Alb. Stud. Acad. Lugd. Bat. kol. 340, onder den 4den Mei 1643 voor: ‘Nicolaus Borremans Roterodamensis 29 P. Is dit een ander persoon, dan de door ons behandelde; of is hij dezelfde? Dat hij te Rhoon geboren zich Roterodamenssis noemde, levert geen bezwaar op, in aanmerking genomen de onmiddellijke nabijheid der twee plaatsen. Ook zou hij zich ‘Amstelodamensis’ hebben kunnen noemen, omdat hij waarschijnlijk aan het seminarie der Remonstranten te Amsterdam heeft gestudeerd.

2) ‘In de classe van Rotterdam, praesente Francisco Lansbergio ende Daniele Dolegio, gedeputeerden des synodi, Reynerus Borreman, eertydts was pastoor in 't lant van Luijck, om te dienen ke kercke van Roon. Actum den 26 Sept. 1605.’ Syn. Z.-Holl. art. 40. Cf. Reitsma en v. Veen, ll. dl. III, blz. 254. Zie over zijn ontslag, id. ll. dl. III, blz. 341 art. 18.

[p. 512]

Van hem zag het licht:

Kleynoodt vervatende eenige schriftgens d. Ed. Poppius enz. t'Amst. voor Corn. de Leeuw. 1647. De opdracht aan de Rem. gemeente te Gouda draagt de onderteekening van C. de Leeuw, die echter aldus omschreven is ‘voor C. de L. door Niklaes Borreman’.

Mr. S. Episcopii antwoord op LXIV theol. vragen ..... uyt lat. in nederl. vert. door N. B(orremans). t'Amst. 1648.

Twee brieven van .... P. Wading .... beantwoordt door.... S. Episcopius .... uyt het lat. in 't duyts vert. door N. B(orremans). t'Amst. 1649.

Gedichten van G. Brandt de jonge. Verz. en uitgeg. door N. B(orremans)A (mstelodamensis). Te Rott. 1649. De A achter den naam beduidt stellig Amstelodamensis. Immers is er een Palaephatus van de ongelooflijke historiën. Tot dienst en nut van alle Liefhebbers der Poetische en andere schriften. In het Nederlandsch vertaalt door N. B(orremans). A(mstelodamensis). En opnieuw verbeeterdt door G.B. [Brand?]. Amst. 1687.

Ook vindt men eenige gedichten van hem in den Bloemkrans van versch. ged. door eenige liefhebbers der Poësy bijeenverzamelt.. Amst. 1659.

Ten jare 1635 verschenen van de hand van Matthaeus Vossius, de vijf eerste boeken van zijn Annales Hollandiae Zeelandiaeque. Zes jaar later gaf hij een tweede vijftal, en kort daarna een derde uit. Bij zijn overlijden (20 Maart 1646), was hij reeds tot het einde van het 19^de boek gevorderd. Zijn broeder Isaac voegde een 20^ste daarbij en bezorgde de uitgave van dit vierde vijftal, 't welk hij aan de Staten van Holland en Zeeland opdroeg, die hem daarvoor f 200 tot een vereering schonken. In 1677 werd dit geheele werk vertaald door N. Borremans, onder dezen titel: Vossius M., Historische jaerboecken van Holland en Zeeland, handelende van 't leven en bedrijf der graven van Diederich I af, tot het einde van vrouw Jacoba toe (859-1433). Eertijds in 't Latijn beschreven ..... en nu vertaelt door N. Borremans. Deze druck is, boven den Latijnschen verrijckt met eenige aenteickeningen, enz. Gorinch. 1677.

Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 941. Biogr. Woordenboek der N.- en Z.-Nederl. Letterk. blz. 94. Mr. S. de Wind, Bibl. der Nederl. geschiedschrijvers. 4^de stuk. Middelb. 1833, blz. 422 en 423.