In het begin van de Zestiger Jaren werd het ijzer onbetaalbaar.
We dachten nog wel dat de bomen niet opkonden: het eerlijke, ruwhouten hek werd razend populair.
Er staat geen boom in dit tuintje.
Die boom is het hek.
En in onze Tachtiger Jaren?
Dit rijtje sobere eensgezinswoningen is nèt opgeleverd. (Kijk 's naar de schoorstenen, maar dat is een ander verhaal.)
De tot een minimum terugbezuinigde hekjes hoorden erbij: wat paaltjes met wat ijzerdraad.
Maar: de Mens is een Hekkenzetter.
Dat tuintje rechtsonder gaan we morgen eens van dichtbij bekijken...
Kijk: ze wonen er nog geen week, maar aan de hekjes is hard gewerkt.
Voorop is een betonnen rand geplaatst en langs het pad ligt een bakstenenhekje in de vorm van een haaiengebit.
Wie dit huis benadert, wordt door het hekje opgeslokt.
De voordeur is een slokdarm.