E.D. Baumann, Johan van Beverwijck in leven en werken geschetst. Dordrecht 1910. |
H.A. Bosman-Jelgersma, Poeders, pillen en patiënten. Apothekers en hun zorg voor de gezondheid door de eeuwen heen. Amsterdam 1983. |
L. van Gemert, ‘Johan van Beverwijck als “instituut”.’ In: De zeventiende eeuw. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief 8 (1992). p. 99-106. |
G.A. Lindeboom, Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland. Bussum 1972. |
G.A. Lindeboom, Inleiding tot de geschiedenis der geneeskunde. Amsterdam 1979. |
A.S. Lyons en R.J. Petrucelli, Geschiedenis van de geneeskunde. Antwerpen 1981. |
L. Noordegraaf en G. Valk, De Gave Gods. De pest in Holland vanaf de late middeleeuwen. Bergen 1988. |
N.G. Siraisi, Medieval and early Renaissance medicine. An introduction to knowledge and practice. Chicago, London 1990. |
H. Smilde, Jacob Cats in Dordrecht. Leven en werken gedurende de jaren 1623-1636. Groningen enz. 1938. |
A. Stolk, Johan van Beverwyck. Zijn werk en zijn tijd. De medische vraagbaak van de Gouden Eeuw. Amsterdam 1973. |
D.A. Wittop Koning, De oude apotheek. Bussum 1966. |