Katoen van cel tot weefsel
(1927)–Isidoor van Beugem– Auteursrecht onbekend
[pagina 44]
| |
De fabrieken, die, in 1899, bij deze vereeniging aangesloten waren, hadden 688.192 spillen om te spinnen en 146.578 spillen om te twijnen. Thans draaien 1.829.446 spillen in de Belgische katoenspinnerijen en weinig zijn niet bij de voormelde vereeniging aangesloten. Onder haar geleide werden o.a. de volgende organismen opgericht: 1. ‘La Textile,’, zetel: Savaenstraat, 56, Gent. ‘La Textile’ werd opgericht onder den oorlog, in 1917, en zij nam de meeste katoennijveraars in haar schoot op. Dank zij de bedrijvigheid van deze kooperatieve kon één jaar na den wapenstilstand reeds 80% van de katoenspillen werken. Zij richtte een koop- en verkoopbureel op; zij werkt samen met de ‘Compagnie Cotonnière Congolaise’ en met de ‘Comptoir des Tisseurs Belges’, zoodat ze grootelijks medehelpt tot den afzet en de bescherming van onze katoenprodukten in den vreemde. 2. ‘La Textile-déchets’, zetel: Nieuwlandstraat, 20, Gent. Zooals haar naam aanwijst, houdt deze samenwerkende maatschappij zich uitsluitend bezig met het bereiden en verkoopen van katoenafval. 3. ‘Le Comptoir des Tisseurs Belges’, Dok, 17, Gent. Deze samenwerkende vennootschap belast zich hoofdzakelijk met den afzet van onze katoenstoffen op de vreemde markten. Hierbij zijn op dit oogenblik 64 weverijen aangesloten, welke haar den geheelen of gedeeltelijken verkoop van haar produkten in den vreemde toevertrouwen. De ‘Association Cottonnière de Belgique’ is ook aangesloten bij de |
|