Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [Onder de hoge bomen, wuivend in de wind van de avond] Onder de hoge bomen, wuivend in de wind van de avond stroomt snel en voorzichtig de zwarte rivier. Als ik aan zijn oever lig dicht aan de aarde en duizelig ben door het wuiven der takken tegen de hemel is het mij, of ik gisteren nog een vis was, een kleine, glanzende vis, [pagina 97] [p. 97] of mijn werkelijk thuis de zwarte rivier is, waarin ik gisteren nog leefde, een glanzende, snel-bewegende vis. En ik laat mij drijven op grote steeds wisselende wolken. Onder mij klopt het hart van de aarde en de bladeren wuiven de wolken voorbij. Vorige Volgende