Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Begin toen bij de oorsprong van de aarde het land zichtbaar bezig was wit te worden boven het water en de bomen hun handen openvouwden naar de hemel was God bezig zelfstandige naamwoorden te geven aan land water brood hand ogen mond was er een begin van noemen waarin Adam de dieren namen toedichtte voor de komende eeuw geschreven in de sneeuw van onze ogen waarin alles ongeschapen lijkt. Vorige Volgende