Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ontleding ik heb hier een zin lieve mensen ik schrijf hem krijtwit op het bord dat de oude marcus hier plaatste in de jaren vijftig ontwaakt hij zijn stokhouten lijf, het beweegt het ontbot en zet bloesemend vrucht het plaatst zijn ziel op een grijze ezel maar ik zei u ik had hier een zin bepalen wij ons tot de ontleding wij vinden het onderwerp vragende wie plaatste het bord op de grijze ezel? de oude marcus, hij deed het behoedzaam derhalve is dit het onderwerp maar zolang wij schrijven onze vader onze broeder behuwdbroeder marcus hij ging heen, nog geheel onverwacht men heeft hem gezien bij de ezel aan de overkant van het ei zolang ontgaat ons het gezegde: [pagina 29] [p. 29] geen ding geschiedt er ooit gewisser dan dat de ebbenhouten marcus eens zijn ziel aan een grijze ezel geeft derhalve is dit het gezegde rest ons een enkel woord mijn vrienden zoals het woord er en iets en ergens wij noemen ze voornaam en onbepaald maar de oude marcus toen hij ontwaakte in de kanselarij wist hij beter mijn god, niettegenstaande het weer een winterdag in de vijftiger jaren bloeit aan zijn hoofd een hyacint hij tooit zich met een palmtak en plaatst zijn ziel op een grijze ezel dit is bepaald en een voornaam gebeuren derhalve is dit de bepaling Vorige Volgende