Noordelijk Oostergo. Dantumadeel
(1984)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 195]
| |
ValomIn 1974 kreeg Valom de status van zelfstandig dorp. Voor die tijd viel het grondgebied onder een aantal dorpen in de Dokkumer Wouden. Het dorp is ten gevolge van verveningsactiviteiten in het zuidelijk deel van Murmerwoude ontstaan en is een van de jongere nederzettingen in de gemeente. Het hoofdelement in de plattegrond wordt gevormd door de Valomstervaart, waarlangs aan de noordzijde de bebouwing in een rij was gelegen. Op de oudste editie van de Schotanuskaart (1664) wordt deze situatie reeds aangegeven. Ten noorden van de dorpsbebouwing lag in het begin van de 18e eeuw nog een aanzienlijke oppervlakte onvergraven veengrond, blijkens de tweede editie van dezelfde kaart. De Tegenwoordige Staat (239) vermeldt in 1786 dat de laatste resten hoogveen afgegraven zijn en de grond voor akkerbouw in gebruik is. Een andere vermelding noemt het in cultuur brengen op een later tijdstip, dit zou vooral kort voor 1882 zijn geschied (Wumkes, ii, 470). Na de turfwinning vond in het dorp een overschakeling naar de landbouw plaats, waarvan de langs de vaart gelegen boerderijen nog getuigen. De Valomstervaart wordt gekruist door de van Murmerwoude en Dokkum afkomstige weg. Aan het eind van de 17e eeuw liep deze weg tot aan de vaart, op de tweede editie van de Schotanuskaart is de weg in zuidelijke richting naar Veenwouden doorgetrokken. Bij de kruising met de vaart werden in de 18e eeuw een tolhuis en een herberg gebouwd (afb. 270). Met de verharding van de weg van Dokkum naar Veenwouden in 1850 kreeg het tracé ter plaatse van het dorp een rechter beloop. | |
[pagina 196]
| |
Afb. 268. Kopie van het kadastrale plan van 1874. Schaal 1:7500.
Afb. 269. Luchtfoto schaal 1:6300. Opname 1977.
| |
[pagina 197]
| |
Ga naar margenoot+ Een proceskaart uit 1769 geeft de toenmalige situatie weer (afb. 270). Ten oosten langs de rijweg liep een water, dat bij de Valom in de vaart uitkwam. Oostelijk van dit water staat het pand van Douwe IJdses weduwe. De brug waarmede de weg over de vaart voert, ligt iets oostelijker, zodat een rechthoekig perceel overblijft, waarop de ‘nieuwe herbergh van Herman Jansz’ staat. Aan de zuidelijke oever van de brug is een tolhek; de tol wordt geïnd door Johannes Berents Tolman die in een langgerekt perceel ten westen van het tolhek woont. Ten oosten van de tolbrug staat het ruime huis van Johannes Douwes bijsitter, bestaande uit een grote schuur waarvoor een over de volle breedte van de schuur gebouwd dwarshuis staat met de ingang in het midden. Hierboven is een zogenaamde vlaamse topgevel met lichtkozijn, dat evenals de vier vensters op de begane grond verdeeld is door roeden in kleine ruiten. Johannes Douwes kennen we van het opzetstuk op de bank in de Doopsgezinde kerk te Dantumawoude. Er is hier dan ook sprake van een ‘kwestieuze lijk-, voet- of gangpad’ naar Damwoude, dat eerst langs de Valomstervaart liep en later noordelijker gelegd is om eerst langs het water te lopen tot de plank die erover voert bij het huis van Douwe IJdses weduwe. De kwestie lijkt ontstaan te zijn doordat er een herberg is gekomen bij de tol over de Valomstervaart. De herberg is afgebeeld als een soortgelijk huis als het woonhuis van Johannes Douwes. Ook de herberg heeft een vlaamse gevel boven de ingang. De ingang ziet er wat bescheidener uit en de vensters zijn door roeden in acht ruiten verdeeld in plaats van de twintig ruitjes in het huis van Johannes Douwes. De meting heeft bewezen dat de nieuwe loop van het pad aanzienlijk korter is dan de oude. Waarschijnlijk heeft de herbergier dit voorgesteld en moesten de kerkvoogden of de bewoners eraan meebetalen, waartegen men bezwaar aantekende bij de rechter. Het tolhuis wordt op de kaart van Eekhoff nog aangegeven. In de 19e eeuw is de weg rechter getrokken en is de ophaalbrug vernieuwd (afb. 273). Ga naar margenoot+ Tot in de jaren zeventig stond in de knik van de weg een boerderij van het kop-romptype met twee grote door sierborden gedekte schoorstenen boven de topgevels van het voorhuis. Dit had langs de top een brede rollaag en houten deklijsten, zoals toegepast in de 19e eeuw. De boerderij komt dan ook nog niet voor op de kaart van Groenewoud van 1769 van het dorp Murmerwoude (afb. 270). Het voorschild van de schuur was met pannen belegd (afb. 272). | |
[pagina 198]
| |
Afb. 270. Proceskaart uit 1769 met de situatie van de nieuwe herberg en de ‘huisinge van bisitter Johannes Douwes’ ten noorden van de Valomstervaart en het tolhuis ten zuiden daarvan.
Afb. 271. De laatste cichorei-eest te Valom-Broeksterwoude naar prentbriefkaart in de collectie Oudheidkamer Dantumadeel.
Afb. 272. De boerderij Hoofdweg 3 van het kop-romptype, voordat het vooreind afgebroken werd. Opname 1965.
Afb. 273. De ophaalbrug over de Valomstervaart naar prentbriefkaart in de collectie Oudheidkamer Dantumadeel.
|
|