In de twee schansen, die men daar op de eerste heuvels ontwaart, leefden eens de Vijandige Broeders, die elkander doodden, om de schoone Laura te bezitten. Nog heden, bij donkeren nacht, verschijnen hunne schimmen, hoort men het gekletter hunner zwaarden, wanneer een orkaan de golven doet bruisen, of de noordewind in de dennenbosschen huilt.
Aan den voet van gene wilde rots hield zich Lorelei, de toovergodin, op, en lokte in 't verderf al wie zich door hare zangen bekoren liet.
Gindsche klippen van graniet, waar sedert eeuwen de baren vruchteloos aan knagen, zijn de gedaanten van de Zeven Jonkvrouwen, wier hoogmoed of waan de teedere liefde versmaden dorst.
Elke steen heeft hier zijne geschiedenis. Men staat hier te midden van het rijk der legende, op de zetelplaats van schimmen en spoken, op den sabbatgrond van heksen en duivels.
Wie de lachende natuur liefheeft, ga naar Rolandseck.
Wie sombere beelden najaagt, zal ze te St. Goarshausen vinden.
De Hollandsche dames beminnen, aanbidden Rolandseck en het Siebengebirge.
De Frankfortsche schoonen zijn verzot op St. Goarshausen en de Lorelei.
Geheel Duitschland door, genieten de fraaie dochters dier oude vrijstad eene verdiende - of ongegronde - maar althans algemeene faam van romantisme, gepaard met vluggen geest en keurigen smaak.
Is het daarom, dat wij in de gewelfde zaal van den Adler een tiental Frankforter dames vonden, die balladen zongen, ocki, of gelijk de Franschen zeggen, frivolité werkten, toen die nieuwigheid bijna een ge-