Dat kaetspel ghemoralizeert(1915)–Jan van den Berghe– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave [Woord vooraf] Inleiding. I. De inhoud van ‘Dat kaetspel’. II. De allegorische vorm. aard, doel, beteekenis. navolging van ‘Dat scaecspel’. III. Het kaatsspel, geschiedenis, beschrijving. IV. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de rechtskundige bijzonderheden in ‘Dat Kaetspel’. V. De exempelen. Register der exempelen. VI. De taal der twee (Kopenhaagsche) handschriften. VII. Het Keulsche handschrift. VIII. De handschriften en incunabelen. IX. De schrijver. - de ‘Ridder’. - de oorspronkelijkheid van ‘Dat kaetspel’. Dat kaetspel ghemoralizeert. [Tekst] Woordenlijst. Stellingen.